Beursgenoteerde bedrijven in de staat Californië worden verblijd met nog meer regelgeving. De Californische staat eist van deze bedrijven dat ze vrouwen opnemen in het bestuur. Daarmee wil de gouverneur van Californië, Jerry Brown, de 'genderongelijkheid' bestrijden. De Amerikaanse staat lijkt hiermee een nieuw hoofdstuk te hebben geopend in het boek over identiteitspolitiek. Bedrijven die de wet niet naleven kunnen een boete krijgen van 100.000 dollar voor een eerste overtreding. De boetes voor daaropvolgende overtredingen kunnen oplopen tot 300.000 dollar.
De Californische Kamer van Koophandel stelde eerder dat bedrijven moeite zullen hebben de quota te halen en dat de wet een overtreding is van het verbod op discriminatie uit de grondwet. Ook zou het te veel gewicht hangen aan geslacht, in plaats van bijvoorbeeld etniciteit.
De Democratische gouverneur Brown tekende voor nog meer wetgeving die betrekking heeft op vrouwen, zoals het verplichten van werkgevers om seksuele-intimidatie-training aan te bieden en het verbieden van geheime schikkingen in zaken die te maken hebben met seksueel overschrijdend gedrag.
Het wordt dus nog benauwder voor bedrijven in Californië. Alhoewel Brown het goed bedoelt, heeft de Kamer van Koophandel wel gelijk. Deze wet druist in tegen het verbod op
discriminatie. Niet vanwege het feit dat het te veel naar geslacht kijkt en niet naar etniciteit, maar juist een onderscheid maakt tussen collectieve kenmerken van individuen.
Bedrijven forceren met wetgeving om vrouwen aan te nemen zorgt voor een benauwde cultuur waarin er geen stijging is van het respect voor vrouwen, maar dat er misschien juist meer wrok komt jegens de vrouwen die in het bestuur gekomen zijn, omdat het verplicht is. Emancipatie? Naar mijn idee is daar geen sprake van. Gelijkwaardigheid en emancipatie bereik je nooit door dwangmaatregelen vanuit de overheid.