Vandaag in de Telegraaf doet een man van Turkse afkomst anoniem een boekje open over de oneerlijke selectieprocedure bij de politie Amsterdam. Wat we al wisten van Rotterdam, nu blijkt dus ook in Amsterdam de norm te zijn bij de selectie van nieuwe politieambtenaren om kandidaten voor te trekken op basis van afkomst.
Gisteravond berichtte het AD al over de enorme woede onder agenten in het Rotterdamse korps. Die ontstond omdat aan kandidaten van allochtone afkomst, of meer politiek correct: mensen met een migratieachtergrond, meer punten werden toegekend in de procedure. Dit is te gek om los te lopen. Normaal gesproken moet de politie natuurlijk selecteren op kwaliteiten en persoonskenmerken. Fitheid, stressbestendigheid, beheersing van de Nederlandse taal en sociale vaardigheden zijn gewoonlijk criteria die je geschiktheid voor de politieopleiding bepalen. In Rotterdam en Amsterdam dus niet, daar is het ook nog eens van belang welke etnische achtergrond je hebt.
Alsof het nog niet gek genoeg was tot nu toe, de reactie van de korpsleiding is zo mogelijk nog walgelijker dan de zwendel met punten in het voordeel van de allochtone kandidaten. De korpsleiding van Rotterdam geeft namelijk aan 'dat er fouten zijn gemaakt'. Hallo? Fouten? Ik moet nodig mijn definitie van een fout aanpassen waarschijnlijk. Fouten maken is in mijn optiek altijd nog wanneer je per ongeluk iets hebt gedaan wat eigenlijk niet je bedoeling was. Nu moeten we dus van de korpsleiding in Rotterdam aannemen dat het een foutje is geweest. Nee, goedgelovig ben ik wel eens te vaak, maar dit gaat er dus niet in. Wanneer bewust meer punten wordt gegeven aan een kandidaat van allochtone afkomst is dat geen fout. Dat is oneerlijk handelen. Dat is de reinste discriminatie. Je zou van de politie toch juist verwachten dat iedereen, ook de sollicitanten, gelijk behandeld wordt.
Het is niet alleen oneerlijk, maar ook nog eens gigantisch dom van de diversiteitslobby. Met zulke praktijken creëer je juist in plaats van meer, alleen maar minder draagvlak voor diversiteit in het algemeen. Door positieve discriminatie, waar bij een ander tegelijkertijd natuurlijk altijd negatief gediscrimineerd wordt, wordt hun eigen 'goede zaak' alleen maar meer afbreuk gedaan.
Waar komt die ziekelijke drang naar diversiteit binnen het korps toch vandaan? De korpsleiding van de Nationale Politie stelt dat in veel wijken een grote achterstand in te halen is. In die wijken waar veel allochtonen wonen kan de politie niet goed opereren. Het is slecht gesteld met de geestelijke gezondheid van de politietop. Zien ze niet in dat tegemoetkomen aan taalachterstand en onbegrip van de Nederlandse cultuur alleen maar voor verwijdering zorgt in plaats van voor betere integratie? Of nog maller, in vergelijking met de politie-kandidaat die de taal niet zo goed beheerst maar toch door mag naar de tweede ronde: "Doe mij maar een muziekleraar die het zelf ook niet best kan, dat is fijner voor me." Je begrijpt het, het gaat niet goed met het diversiteitsvolk. Tijd voor echte vernieuwing! Stel het politiewerk weer centraal, in plaats van alsmaar te focussen op diversiteit. Want wie is de dupe van het diversiteitsgeneuzel? Precies: de burger die de politiehulp dringend nodig heeft.