De belastingdruk op inkomens, de premies van volksverzekeringen en overige heffingen op het bruto-inkomen van huishoudens is in 2018 blijven steken op 38,5 procent. Dat is vrijwel even hoog als een jaar eerder, in 2017.
Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de hoogste inkomensgroepen de meeste belasting en premies afdragen aan de staatskas. Al sinds 2013 is de gemiddelde druk minder geworden door een daling van de verschuldigde pensioenpremie. In 2016 liep de druk iets op, vanwege een hogere inkomstenbelasting. Toch kunnen we, als we het gemiddelde sinds 2001 erbij pakken, wel een stabiele belasting- en premiedruk optekenen: deze schommelt namelijk rond de 40 procent.
Van alle Nederlandse huishoudens had 39 procent in 2018 een koopkracht van 30 duizend euro of hoger. Het gemiddelde van werknemers tikte zelfs de 32 duizend euro aan. Gepensioneerden moesten het met minder doen, die kwamen vorig jaar namelijk niet boven de 25 procent.
Al met al kunnen we concluderen dat Nederland -qua belastingdruk- al jarenlang erg stabiel voortbeweegt, hoewel gepensioneerden, ZZP'ers en werknemers uit de lagere inkomstengroep aangeven de hoogste belastingdruk te ervaren.