Amerika en het Westen kúnnen niet ingrijpen.
Momenteel lijkt de Syrische oppositie aan de verliezende hand in Syrië. Of de winst van Assad en de zijnen behouden blijft, weet ik niet. Wat ik ook niet weet, is welke partij beter (minder slecht) is. Assad is ontmaskerd als een gewetenloze schurk die ziekenhuizen laat aanvallen en kinderen laat martelen. Zijn tegenstanders zijn radicaal islamistische strijders die de harten van tegenstanders uitrukken en ongetwijfeld niet zullen terugdeinzen om de wrede werken van Assad te imiteren.
Ondertussen schreeuwt de Syrische bevolking om hulp. Ze zitten in een burgeroorlog tussen twee kwaden. Hun enige hoop is het Westen. De Russen, Chinezen en Iraniërs steunen duidelijk Assad. Rusland levert zelfs straaljagers en ander wapentuig. Het Westen neigt ernaar de kant van de opstandelingen te kiezen, maar dat betekent voorlopig niet veel meer dan wat retoriek over rechtvaardigheid en vrede.
Alleen Westerse mogendheden, specifieker: alleen de Verenigde Staten, kunnen een einde maken aan het conflict. Dat heeft alles te maken met de kracht van het Amerikaanse leger. U weet wel, dat leger waaraan de Amerikanen zich scheel betalen omdat ze er niet alleen hun eigen, maar ook onze veiligheid mee garanderen. Europa geeft al jaren te weinig uit aan defensie en laat de Amerikanen voor de kosten ervan opdraaien.
En wat is onze dank daarvoor? Irrationeel anti-Amerikanisme. Tot op de dag van vandaag moet een beetje intellectueel lippendienst bewijzen aan de tegenstanders van Amerika, omdat-ie anders geen goedkeurigsstickertje krijgt. En denk niet dat dit verschijnsel beperkt blijft tot progressieve universiteiten of geflipte Franse filosofen; het is een maatschappijbrede waanzin. Zowat iedereen die zijn hersens enigszins serieus neemt, denkt zijn geestelijke vermogens te moeten etaleren door 'kritisch' op de VS te zijn. Vrij vertaald betekent dat simpelweg een buitensporige en ongefundeerde kritiek op de natie die onze veiligheid medegarandeert.
En weet u wat zo grappig is? In Europa kunnen we lekker vrijblijvend anti-Amerikaans zijn. Wij voelen de consequenties niet. In het Midden-Oosten ligt dat anders. De virulente haat tegen het Westen daar, althans in staats(media)kringen en islamitische instituties, uit zich het scherpst in haat tegen Amerika (en Israël). Westerse progressieven hebben die haat jarenlang voorzien van een theoretisch raamwerk, waardoor domme haat er georganiseerd, weldoordacht en zelfs redelijk uitzag. Het resultaat is een vlagverbrandingscultus waar we u tegen zeggen.
Dit is een symptoon van een diepgeworteld sentiment waarvoor het Westen medeverantwoordelijk is. En nu het Midden-Oosten, vooral Syrië, de Amerikanen nodig heeft, durven de Amerikanen niet te gaan. Dat is niet omdat ze laf zijn, of omdat er in Syrië geen olie te halen is, maar omdat ze onherroepelijk voor imperialisten zullen worden aangezien - hoeveel levens ze ook redden. Bevrijders worden in no time aangezien voor bezetters, zeker in het Midden-Oosten en zeker als het om Amerikaanse troepen gaat. Amerikanen kunnen gewoonweg niet (nog eens) ingrijpen in een regio waar de bevolking hen haat.
Het gestaag klimmende dodental in Syrië is een bittere consequentie van het Europese en Midden-Oosterse anti-Amerikanisme. En een hoge prijs voor een bizar idee bovendien.