Gister schreef Esther een stukje met de titel 'Nationalisme is broodnodig'. Ik zou dat willen aanpassen naar 'Patriottisme is broodnodig.'
In tegenstelling tot nationalisme is patriottisme geen blinde liefde voor de status quo, maar eerder een kritische houding ten opzichte van het vaderland, voortkomend uit meegaandheid met het project dat dat vaderland in wezen is. Waarom is dat zo belangrijk?
Alexis de Tocqueville schrijft in zijn meesterwerk Democracy in America: '[T]here is nothing in the world but patriotism or religion that can make the universality of citizens advance for long toward the same goal.' Het zal duidelijk zijn dat in het ontkerkelijkte en multireligieuze Nederland van de 21e eeuw we de samenbindende rol van religie moeten wegstrepen. Blijft dus over patriottisme.
Ook hedendaagse denkers benadrukken het belang van patriottisme. In Is Patriotism a Virtue? schrijft de Britse filosoof Alasdair MacIntyre dat patriottisme het fundament is van moraliteit. Hij gaat ervan uit dat een individu zich enkel binnen de gemeenschap kan ontwikkelen tot een morele actor: '[I] can only be a moral agent because we are moral agents (...). Detached from my community, I will be apt to lose my hold upon all genuine standards of judgment.' Om vervolgens het belang van patriottisme te onderstrepen, schrijft hij:
[I]f I do not understand the enacted narrative of my own individual life as embedded in the history of my country (...) I will not understand what I owe to others or what others owe to me, for what crimes of my nation I am bound to make reparation, for what benefits to my nation I am bound to feel gratitude. Understanding what is owed to and by me and understanding the history of the communities of which I am a part is (...) one and the same thing.
In zijn recente speech tegen Europianisering benadrukte ook Geert Wilders het belang van patriottisme (Nederlandse vertaling via E.J. Bron):
[W]e moeten (...) goede patriotten zijn. Patriottisme wordt vaak gebrandmerkt als fascisme. Maar patriottisme is geen fascisme. Integendeel. Iedere democraat en verdediger van de vrijheid moet per definitie een patriot zijn. Een ziel heeft een lichaam nodig. De geest van de politieke vrijheid kan niet gedijen buiten het lichaam van de nationale staat. De nationale staat is het politieke lichaam, waarin we leven. Daarom moeten we de nationale staat behouden en onderhouden. Zo kunnen we de vrijheid en de democratie, die we genieten, aan onze kinderen doorgeven.
Zonder een nationale staat, zonder een eigen regering, zonder zelfbeschikking, kan er voor een volk geen zekerheid en het behoud van zijn identiteit bestaan. (...)
Europa heeft nieuwe patriottistische stromingen nodig. We hebben de Ware Finnen en de Ware Denen nodig, Ware Fransen en Ware Ieren, Ware Nederlanders en, vrienden, we hebben Ware Duitsers nodig.
Met die oproep staat Wilders dus in een lange intellectuele traditie. Of hij zichzelf daar ook van bewust is, is een tweede, maar verwijten van simplistisch populisme kunnen hem hier zeker niet worden gemaakt.