De PvdA-leider staat op 11 zeteltjes in de peilingen, maar hij denkt nog altijd de minister-president van Nederland te kunnen worden. Geestig! Al sinds jaar en dag geldt Alexander Pechtold als de meest arrogante politicus van Nederland. Maar de D66-leider lijkt concurrentie te krijgen. Van zijn PvdA-collega
Diederik Samsom welteverstaan, want de huidige leider van de PvdA denkt dat hij het in zich heeft om de nieuwe premier van Nederland te worden.
Zonder blikken of blozen maakte Samsom vanochtend
zijn premiersambities wereldkundig:
„Als we de grootste worden, wil ik wel premier worden. Je wilt als politicus meesturen aan de toekomst van het land en dan wil je op de plek zitten waar dat het beste kan. Er zijn plekken waar je heel veel kunt bereiken en het Torentje is er daar een van zijn”, zei Samsom in het televisieprogramma WNL Op Zondag.
Dat Samsom het over deze scenario's heeft is natuurlijk ronduit belachelijk. Ik zal 'm even inkoppen: in principe kan je alleen premier worden als je de grootste partij blijkt te zijn geworden met Tweede Kamerverkiezingen. De PvdA staat er niet
al te florissant voor, om me maar even te bedienen van een
understatement. Met 11 zetels ga je een gigantische nederlaag tegemoet, en kan je het regeren wel vergeten. Laat staan dat je die regeringscoalitie dan ook nog een keertje mag leiden.
Voor Samsom, de bedrijfschef van het kabinet, ligt er echter ook nog een tweede beer op de weg. En dat zijn natuurlijk de vermadelijde PvdA lijsttrekkerverkiezingen, en daarbij doet Samsom het allesbehalve behoorlijk. Als je
de peilingen mag geloven staat Samsom op de tweede of zelfs de derde plaats. Lodewijk Asscher en Jacques Monasch trekken allebei veel meer publiek en mensen naar de stembus.
Kortom: Samsom is een beetje naast z'n schoenen gaan lopen. De man ziet zichzelf al als de volgende premier van Nederland, terwijl het land in werkelijkheid klaarstaat om het tapijt onder hem vandaan te trekken en zijn politieke carrière te beëindigen. Wat mij betreft kan dat niet vroeg genoeg gebeuren, en dan mag de capabelere Jacques Monasch de sociaal-democratie
weer een eigentijdse smoel geven. Wat zou dat mooi zijn!