Het departement van de minister-president wist dat er een Europese naheffing aankwam van 642,7 miljoen euro.
Het heeft even geduurd, maar het kabinet heeft dan eindelijk Kamervragen beantwoord van de oppositiepartijen over het hoe en wat van de Europese naheffing. U kunt zich ongetwijfeld nog herinneren dat die naheffing neerkomt op 642,7 miljoen euro. Of we dat bedrag even kunnen overmaken aan Brussel - en snel een beetje.
Interessant leesvoer natuurlijk (u kunt het Word-bestand [2014D39663] hieronder downloaden), maar wat vooral opvalt is het volgende (pagina 12, onderaan):
In een verslag van de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie is op 17 oktober voor het eerst melding gemaakt van de mogelijkheid van een naheffing van 642,7 miljoen euro. Dit verslag is aan meerdere departementen waaronder het ministerie van Algemene Zaken gestuurd.
Let op: het ministerie van Algemene Zaken is het departement van de minister president. Tot nu toe dachten we dat de premier pas op de 23e op de hoogte werd gesteld van de naheffing, nu blijkt dat zijn ministerie al lang geïnformeerd was. Wist Rutte het dan toch?
Nou nee:
Het ministerie van Financiën heeft het ministerie van Algemene Zaken op dinsdag 21 oktober in het begin van de middag op ambtelijk niveau telefonisch verder ingelicht. Het betrof een nadere signaal over de mogelijkheid van een naheffing van een zeer aanzienlijke omvang die mogelijk nog in 2014 zou moeten worden betaald. Tevens werd medegedeeld dat het ministerie van Financiën nog doende was de toedracht en precieze omvang van deze mogelijke naheffing te onderzoeken. Op woensdagochtend 22 oktober werd in ambtelijk overleg binnen het ministerie van Algemene Zaken besloten de minister-president, gezien het ontbreken van eenduidige informatie over de achtergrond en onderbouwing van de mogelijke naheffing, te informeren zodra meer duidelijkheid was verkregen door het ministerie van Financiën. Daarbij werd tevens overwogen dat de besprekingen over het onderwerp in het kader van de Europese Unie nog op ambtelijk niveau werden gevoerd, en omdat een formele agendering van de zesde aanvullende begroting op politiek niveau eerst was voorzien tijdens de Begrotingsraad van 14 november.
Dit begint onderhand uit te monden in een politiek schandaal. Niet alleen was minister Dijsselbloem al tijden op de hoogte van de naheffing, datzelfde geldt voor Ruttes eigen ministerie. In samenspraak met Financiën besloot Algemene Zaken echter om de premier voorlopig niet te informeren over deze materie. Uiteindelijk werd dat pas (wel) gedaan toen duidelijk werd dat de naheffing in de openbaarheid zou komen en erover gesproken zou worden bij de Europese top:
Op donderdagavond 23 oktober bracht de minister van Financiën de minister-President tijdens de Europese Raad telefonisch op de hoogte van de mogelijke naheffing. Dit was voordat de Financial Times het nieuws over een mogelijke naheffing die avond publiek zou maken. Dit was de eerste keer dat de minister-president hierover werd ingelicht.
Rutte is de leiding over zijn eigen departement dus verloren. Zijn ambtenaren beslissen doodleuk samen met hun collega's van Financiën welke informatie ze aan hem doorgeven en wanneer. Vervolgens staat hij voor een voldongen feit en heeft hij het maar te slikken.
Rutte heeft de touwtjes blijkbaar niet meer in handen. Zijn eigen ambtenaren en Dijsselbloem doen gewoon wat zij willen, zonder daarbij rekening te houden met de verantwoordelijkheden en functie van de minister-president. Wat een vreselijke incompetentie en - bovenal - wat een ongelooflijke arrogantie van het ambtenarenapparaat én de minister van Financiën.
Volg Michael op Twitter: @MichaelvdGalien.