Het Belgische stadje Aalst is nu al een jaar het middelpunt van een ware 'cultuuroorlog'. Het is nu zelfs zo erg dat de burgemeester heeft besloten om hun eigen carnaval viering van de werelderfgoedlijst van Unesco te halen. De stad houdt liever de eer aan zichzelf dan dat ze nog langer worden geframed als een bolwerk van 'racisten'. Vorig jaar kwam het carnavalsfeest in Aalst in opspraak doordat er Joodse karikaturen waren afgebeeld op een paradewagen. Binnenland en buitenland viel over Aalst, het hele feest in Aalst werd geframed als 'racistisch oord'. Ook Joodse organisaties waren - logischerwijs - niet blij met wat er was gebeurd in Aalst.
Burgemeester van Aalst, Christoph D'Haese, wil zich niet laten censureren en verzoekt Unesco om het feest van het werelderfgoedlijst te halen. Dit om verdere commotie te voorkomen, Aalst is wel genoeg door het slijk
gehaald.
,Aalstenaars hebben het gehad met de verwijten. Wij zijn geen antisemieten of racisten. We houden de eer aan onszelf en nemen afstand van de Unesco-erkenning.”
Nu is het zo dat deze actie niet goed te praten valt. Het is smakeloos, maar om nu een ware cultuurstrijd te houden en een stad als Aalst als racistisch oord te bestempelen gaat natuurlijk ook veel te ver. De media ophef na het vermeende incident was al genoeg om deze smakeloze actie af te rekenen. Maar drammers zijn nu al een jaar bezig om Aalst steeds opnieuw aan de schandpaal te nagelen. Dit is gewoon onredelijk.