De Amerikaanse regering heeft besloten om zo'n vijfhonderd extra militairen uit te zenden naar Irak om het Irakese leger te helpen in de strijd tegen ISIS.
Dat bericht The Wall Street Journal. De Amerikanen moeten ervoor zorgen dat ISIS zijn greep op de Anbar-provincie in Irak verliest. Anbar is een belangrijke basis voor de islamitische terreurbeweging, vooral sinds de stad Ramadi door hen werd ingenomen.
De Amerikaanse militairen zullen het Irakese leger adviseren en trainen, het is dus niet de bedoeling dat zij zelf gevechtstaken zullen opnemen. Afgelopen november werd er ook al zo'n trainingsmissie uitgezonden naar Irak, waardoor het totale aantal Amerikaanse militaire adviseurs daar nu zo'n drieduizend man bedraagt.
De extra troepenmacht is een nieuwe stap in de ISIS-strategie van President Obama, die afgelopen maandag bij de G7-top zei dat de strijd tegen ISIS moet worden versterkt. Naast het trainen van het Iraakse leger is een belangrijk doel van de missie om soennitische stammen in Irak zover te krijgen om tegen ISIS te strijden. Deze soennieten moeten dan beter gaan samenwerken met de Irakese regering, iets wat op dit moment maar mondjesmaat gebeurt.
Het Irakese leger krijgt de laatste tijd veel kritiek omdat ze niet effectief zouden zijn in hun gevechten. Vooral het verlies van de stad Ramadi was pijnlijk in dit opzicht, en was voor de Amerikaanse minister van defensie reden om op te merken dat het leger van Irak "niet de wil had om te vechten". Deze nieuwe Amerikaanse trainingsmissie zal daar verandering in moeten brengen.