Israël voert eerste luchtaanval uit op Jemen: 'Houthi-terroristisch regime'

De drone, afkomstig uit het door de Houthi's gecontroleerde gebied, wist door de Israëlische luchtverdediging te komen door een fout bij de menselijke bewaking. Voordat Israël de aanval officieel bevestigde, circuleerden er al berichten uit Jemen over slachtoffers in de buurt van de haven.

In een verklaring zei de IDF: "Onze gevechtsvliegtuigen hebben militaire doelen van de Houthi-regering in de omgeving van de haven van Al Hudaydah aangevallen als reactie op de honderden aanvallen op Israël in de afgelopen maanden."

Minister van Defensie Yoav Gallant, die samen met premier Benjamin Netanyahu de aanval volgde vanuit het hoofdkwartier van de Israëlische luchtmacht, verklaarde dat de aanval een doel op 2.000 kilometer afstand had geraakt. Gallant waarschuwde de vijanden van Israël door te benadrukken dat de "branden die nu in Hudaydah woeden" zichtbaar zijn in "het hele Midden-Oosten."

Rear Admiral Daniel Hagari, woordvoerder van de IDF, legde uit dat de aanval werd uitgevoerd door gevechtsvliegtuigen met piloten die 1.700 kilometer vlogen en veilig terugkeerden. Hij benadrukte dat Israël geen conflict wilde met heel Jemen: "Jemen is een groot land. Alleen een deel ervan wordt bestuurd door de Houthi's." Het doelwit was de door Iran gesteunde Houthi-regering, niet de Jemenitische bevolking.

De operatie werd "Operatie Lange Arm" genoemd, om een signaal af te geven aan Iran en andere vijanden. Hoewel Israël de operatie zelfstandig uitvoerde, riep Hagari de internationale gemeenschap op om gezamenlijk de Houthi-dreiging aan te pakken.

Het Israëlische leger meldde dat zowel militaire doelen als infrastructuur, zoals brandstof- en elektriciteitsinstallaties die door de Houthi's worden gebruikt, waren vernietigd. Een van de doelen was ook om de haven, een toegangspoort voor Iraanse wapens, uit te schakelen.