Staatssecretaris Eric van der Burg wil verplichte financiële bijdrage voor werkende Oekraïners

De eerste bijdrage is voor de basale behoeften zoals gas, water en elektra. Elke hardwerkende Oekraïner mag maandelijks 105 euro neertellen om warmte en licht te kunnen genieten. En waarom ook niet? Zolang deze mensen gewoon een baan hebben, is het ook niet heel gek dat ze meebetalen voor hun dagelijkse behoeftes. De tweede bijdrage geldt voor degenen die hun eten in een opvang krijgen in plaats van leefgeld ontvangen. Voor dit privilege mogen ze maandelijks zo'n 243 euro ophoesten.

Van der Burg rechtvaardigt zijn voorstel door te beweren dat de hoogte van deze bijdragen overeenkomt met het leefgeld dat de Oekraïense vluchtelingen momenteel ontvangen. Als klap op de vuurpijl verplicht hij gemeenten om het leefgeld van werkende Oekraïense vluchtelingen in te trekken. De Tweede Kamer debatteert hierover, en het lijkt erop dat een meerderheid voorstander is van dit plan. Van der Burg beweert dat zijn voorstel voldoet aan de eisen van een 'eenvoudige en uitvoerbare regeling', zoals de Kamer wenst.

Dit alles is natuurlijk een goede ontwikkeling, maar doet wel de vraag rijzen waarom dit enkel voor Oekraïners geldt. Terroriserende vluchtelingen uit Somalië en andere Afrikaanse landen zorgen over het algemeen voor meer overlast dan Oekraïners en krijgen dan ook nog eens allerlei gemakken in hun schoot geworpen. Dit zal ongetwijfeld allemaal dichtgetimmerd zijn door idiote regels (vanuit Brussel). Maar het is op deze manier wel een beetje meten met twee maten.