Klap in het gezicht voor Brussel: Oost-Europese landen willen vanwege politieke redenen niet aan de euro

Met de toetreding van Kroatië is het aantal landen in de eurozone op 20 gegroeid. Veel Oost-Europese landen, zoals Hongarije en Tsjechië, houden de boot echter af en weigeren om de gezamenlijke munteenheid te adopteren schrijft Het Financieele Dagblad. Dit komt voornamelijk door politieke overwegingen.

Volgens Zoltán Darvas, economie-analist, ontbreekt het in deze landen aan politieke wil, waar deze juist wel aanwezig was in landen als Finland, die de euro als extra verdedigingsmuur tegen de Russen zagen. De discussie over de euro wordt sterk beïnvloed door emoties, waarbij nationale valuta's vaak worden beschouwd als symbool van nationale identiteit.

Oldřich Dědek, ex-toezichthouder bij de Tsjechische centrale bank, herkent dit. Hij was ooit verantwoordelijk voor de invoering van de euro in Tsjechië, maar de politieke wil ontbrak en zijn functie bestaat inmiddels niet langer. Hij stelt dat invoering van de euro een politiek vraagstuk is, ondanks de sterkte van economische argumenten.

Tegenstanders van de munt betogen vaak dat het verlies aan eigen monetair beleid een land minder goed in staat stelt om te reageren op economische schokken. Het opgeven van de eigen munteenheid is een aanval op de natiestaat. Het opgeven van je zeggenschap over het monetaire beleid is het opgeven van je soevereiniteit. Hier zitten veel nationalisten niet op te wachten. We hebben sinds het afscheid van de gulden gezien dat de prijzen de pan uit rijzen.

Steun DDS op BackMe: alleen via uw maandelijks of eenmalige gift kunnen we de website draaiende houden en het mediakartel aanpakken. Deze steun is keihard nodig in deze zware economische tijden.

Deze ontwikkelingen vormen een teleurstelling voor de Eurocraten in Brussel. De EU-landen zijn volgens het Verdrag van Maastricht verplicht om de euro in te voeren, maar politieke redenen houden veel landen tegen.