Voor mensen die met langdurige arbeidsongeschiktheid te maken krijgen, is er in Nederland een vangnet genaamd de WIA. Dat staat voor Wet Werk en Inkomen uit Arbeidsvermogen en wordt uitgevoerd door het UWV. Dit vangnet wordt van kracht wanneer je na twee jaar nog steeds ziek bent. De laatste jaren zien we een stijging in de instroom in de WIA, hoger dan verwacht mag worden. Dat betekent dat kennis van de WIA voor steeds meer mensen relevant wordt. Wat weet jij eigenlijk over de
WIA-uitkering? We bespreken een aantal belangrijke feiten over de WIA.
Niet iedereen heeft er recht op
Hoewel de WIA een wettelijk geregeld vangnet, betekent dat niet dat iedere Nederlander er gebruik van kan maken. Je moet er namelijk op het moment dat je ziek wordt al voor verzekerd zijn. Nu ben je dat automatisch als je in dienst bent bij een Nederlandse werkgever of ambtenaar bent, waardoor veel mensen er wél recht op hebben. Maar als zzp’er moet je je er bijvoorbeeld vrijwillig voor verzekerd hebben bij het UWV, anders kun je er geen gebruik van maken. Ook moet je minimaal 35 procent arbeidsongeschikt zijn om van de regeling gebruik te kunnen maken.
Twee uitkeringen
Eigenlijk is de WIA niet één uitkering, maar zijn het er in feite twee. Ten eerste is er de IVA (inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten). Deze kan toegekend worden wanneer men volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bevonden wordt, wat dus inhoudt dat je nu, maar naar verwachting ook in de toekomst niet kan werken. Ben je nog in behandeling voor je aandoening, dan word je nog niet volledig arbeidsongeschikt verklaard. De tweede uitkering is de WGA (werkhervatting gedeeltelijke arbeidsgeschikten). Deze geeft in eerste instantie recht op een loongerelateerde uitkering die minimaal 3 en maximaal 24 maanden duurt. Daarna kan sprake zijn van een vervolguitkering of loonaanvullingsuitkering.
Geen oneindig recht
De WIA-uitkering is geen oneindig recht in de zin dat je er na je keuring voor de rest van je leven van kunt blijven profiteren. Je medische situatie kan immers in de tussentijd verbeteren. Dit kun je verzwijgen voor het UWV, je wilt immers niet zomaar je uitkering in gevaar brengen. Maar wanneer deze óf je werkgever (in het geval dat deze eigen risico draagt) je oproept voor een herkeuring, kan alsnog bepaald worden dat je WIA-uitkering stopgezet wordt. Dat is ook het geval wanneer je al geruime tijd meer dan 65 procent van je zogenaamde maatmanloon (het loon in het jaar voordat je uitviel) verdient. Maar je medische situatie kan natuurlijk ook juist verslechteren, waardoor je uitkering moet veranderen.
Het aanvragen van een WIA-uitkering moet je zelf doen. Dit doe je bij het UWV en uiterlijk in week 93 van je ziektetraject. Je wordt dan door het UWV opgeroepen voor een medische keuring, waarbij gekeken wordt naar wat je nog wel in een andere functie zou kunnen verdienen en uiteindelijk bepaald wordt voor welk percentage je arbeidsongeschikt bent. Dat is in het bijzonder van belang voor de vervolguitkering of loonaanvullingsuitkering.