Thomas Sowell is een econoom en schrijver van Afro-Amerikaanse afkomst. Geboren in 1930 gaat hij al een lange tijd mee, en publiceerde tientallen werken over de verbanden tussen economie, geschiedenis, en kwesties van ras, klassenmobiliteit en emancipatie. Hoewel zijn (doorgaans linkse) critici hem willen doodzwijgen, blijft Sowell velen inspireren, zoals te zien in deze documentaire uitgezonden door Ongehoord Nederland. De documentaire heet ‘Common Sense in a Senseless World’ – oftewel de hoofdpersoon wordt neergezet als baken van gezond verstand is een krankzinnig geworden wereld. Op de eerste pagina van
Avondland en Identiteit (2015) – mijn debuutboek waarmee ik de discussie over het
cultuurmarxisme aanzwengelde – noemde ik Sowell als inspiratiebron. Het is een goede zaak dat er opnieuw aandacht is voor zijn ideeën. Zijn verzorgers hadden nauwelijks een middelbare school diploma, maar Sowell begon al op achtjarige leeftijd met lezen in een bibliotheek – hij is dus een uitstekend voorbeeld van sociale mobiliteit.
Bewust plantte ik mijn boek stevig in discussies over sociale mobiliteit. Oftewel, hoe kom je omhoog op de maatschappelijke ladder, als je bijvoorbeeld uit een arbeidersgezin komt, uit een ‘normaal’ middenklassengezin of behoort tot een etnische minderheid, zoals Sowell. Progressieve academici en linkse beleidsmakers propageerden idealen over een maakbare samenleving en over een ‘counter culture’. In de praktijk hadden die echter een tegengesteld gevolg van wat werd beoogd.
Thomas Sowell: zijn ontwikkeling
Dit is het pad waarop Thomas Sowell ons voorgaat met een brandende toorts die licht en inzicht uitstraalt. Hij was een marxist, en was dit zelfs nog toen hij les kreeg van de liberale econoom Milton Friedman (1912 – 2006). Toen hij echter bij de overheid in dienst kwam, veranderde hij van inzicht: de overheidsfunctionarissen bleken meer bezig met bureaucratische structuren en starre protocollen, dan met het praktisch verheffen van de armen. Sterker nog, de bureaucraten negeerden de harde feitelijke gegevens waarmee Sowell aankwam, om hun eigen baantjes zeker te stellen.
Sowell wordt als ‘contrair’ gezien omdat hij graag de populaire mening onderzoekt en die met feiten weerspreekt. Tegelijk is hij somber over het vermogen van de politiek om het leven te verbeteren: “De eerste wet van de economie is dat er eindige middelen zijn om oneindige behoeften te bevredigen. De eerste wet van de politiek is, om die economische wet te negeren.”
Uitruilen
Daarom heeft hij een belangrijke boodschap voor mensen die met utopische vergezichten de samenleving menen te verbeteren:
there are no solutions, only trade-offs. Oftewel alles is een uitruil met voor- en nadelen: wat je wint aan de ene kant, verlies je aan de andere. Tegen de tijdsgeest van de
identiteitspolitiek in, adviseert Sowell daarom om terughoudend te zijn met ‘positieve discriminatie’. Zijn kernidee is, dat als je naar de maatschappelijke stijging kijkt op het microniveau van die persoon zelf, dat dan zelden blijkt dat die mobiliteit ontstaat door de rechtlijnige trajecten te volgen die de overheid uitstippelt.
Maar diezelfde progressieve wereldverbeteraars slaan dit advies in de wind. In de documentaire reflecteert hij ook op de
zinloosheid van zijn strijd (zoals op 12 augustus ook besproken in mijn
Telegram-kanaal). De dingen die je in de media hoort waarop je wil reageren omdat ze onwaar zijn, zijn dingen die je twintig en dertig jaar terug al hoorde – je hebt ze toen al weerlegd en je put jezelf uit, stelt Sowell. Als je van mening bent dat iedereen gelijk behandeld moet worden ongeacht ras, dan werd je 50 jaar geleden bestempeld als radicaal, 25 jaar geleden als liberaal, en vandaag als ‘racist’. Hij stopte met zijn columns omdat het aanvoelde als water naar de zee dragen.
U kunt de auteur van deze column steunen via BackMe, waarvoor veel dank!