Nederland moet zijn “koudeoorlogmentaliteit” opgeven en ophouden
met het ophitsen van de zogenaamde 'Chinese dreiging'. Dit is wat een
woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken dinsdag heeft
gezegd naar aanleiding van een rapport van de AIVD waarin wordt gesproken van
die zogenaamde dreiging. Dit rapport stelt dat China de grootste bedreiging is
voor de veiligheid van Nederland, omdat het land jaagt op unieke kennis, zoals
die van chipmachinemaker ASML. China is een
economische grootmacht die wereldwijd handelt en investeert. Het is dan ook
niet realistisch om te denken dat Nederland zich volledig kan afsluiten van
China. Het is in het belang van Nederland om een goede relatie te onderhouden
met China, terwijl het ook kritisch blijft op de activiteiten van het land.
China heeft te maken gehad met kritiek over de behandeling van de Oeigoeren in
Xinjiang en de situatie in Hongkong. Ook de relatie Taiwan blijft een heet
hangijzer voor de Chinezen.
„Onder
Xi Jinping is de nadruk steeds meer komen te
liggen op een antiwesterse houding en het benadrukken van een communistische
ideologie met Chinese karakteristieken, die ook in het buitenlands beleid tot
gelding moet worden gebracht”, aldus de AIVD. Een narratief wat niet bepaald
wordt gewaardeerd bij de Chinezen. Een Chinese woordvoerder liet eerder dan ook
weten dat het gaat om "kwaadaardige lasterlijke praat om zo de goede naam van
China te besmeuren."
In plaats van zich te richten op het opzwepen van de dreiging
van China, moet Nederland samenwerken met andere landen om een evenwichtig
beleid te ontwikkelen dat de veiligheid en het welzijn van Nederland waarborgt,
terwijl het ook rekening houdt met de belangen van andere landen en regio's.
Dit kan bijvoorbeeld door te investeren in de ontwikkeling van nieuwe
technologieën en de bescherming van intellectueel eigendom. Nederland moet
alert blijven op de activiteiten van China en andere landen die de veiligheid
en het welzijn van Nederland bedreigen, maar het is mogelijk verstandig om niet
te overdrijven en niet te vervallen in een “koudeoorlogmentaliteit”, zoals de
Chinezen het zelf noemen.