Ministerie van Justitie en Veiligheid begaat een historische fout met enorme gevolgen

Het negeren van de bewaartermijn was echter niet het enige probleem dat aan het licht kwam. Ook de registratie en het beheer van de adoptiedossiers waren gebrekkig. Al met al concludeerde de inspectie dat het ministerie onzorgvuldig te werk is gegaan, wat een schokkende onthulling is voor de betrokkenen.

Het rapport van de inspectie heeft echter niet alleen het ministerie van Justitie en Veiligheid in het nauw gedreven, maar ook de voorganger van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed, de Rijksarchiefinspectie, kreeg kritiek. In 1983 merkte deze inspectie al op dat het ministerie de regels niet volgde bij het vernietigen van de dossiers, maar stond dit destijds tijdelijk toe, een beslissing waar nu spijt van wordt betuigd.

Het ministerie probeert de schade te beperken door te verduidelijken dat de vernietigde dossiers destijds geen informatie bevatten over de afstamming of achtergrond van de adoptiekinderen. In plaats daarvan betroffen de gegevens voornamelijk ouders die een kind wilden adopteren en eventuele inreisgegevens.

Het ministerie heeft beloofd met een uitgebreidere reactie te komen op het rapport van de inspectie na het zomerreces. Het is van cruciaal belang dat het ministerie volledige verantwoordelijkheid neemt voor het verleden en stappen onderneemt om de gevolgen van deze onzorgvuldigheid te verzachten voor de betrokken geadopteerden.