Sid Lukkassen heeft met Links en Rechts in dialoog een geweldig boek geschreven. Samen met Lale Gül’s Ik ga leven zijn het boeken die je hoop geven voor een betere wereld. Als nu eens iedereen in de wereld zou handelen zoals zij doen. Als. Ja, dan zou het wel een stuk beter gaan.
Over het literaire talent van Gül is al veel geschreven en dat ga ik hier niet herhalen. Wat ik wil doen, is de aandacht vestigen op iets dat we geneigd zijn over het hoofd te zien, namelijk de waarde en betekenis van rationaliteit.
Ik heb de eer gehad een keer te zijn geïnterviewd door Gül voor Café Weltschmerz. Ook toen viel mij al op: deze dame denkt volkomen rationeel. Zij fileert een standpunt van begin tot eind op een consistent rationele manier. Zij trekt een witte jas aan, als een laborante, en zo legt ze een religie op de snijtafel. Of elk ander willekeurig geheel van opvattingen.
Lukkassen doet in wezen hetzelfde in . Lukkassen is een Socraticus die brieven schrijft aan mensen die aan de andere kant staan in de Op volkomen rationele wijze wordt dan hun wereldbeschouwing geanalyseerd. Dat levert conflictueuze gesprekken op met een domme deugneus (Chris van de Ven). Maar ook gesprekken met slimme, getalenteerde mensen (bijvoorbeeld Sujet Shams), en waarbij je blij wordt dat die mensen ook bestaan.
Als de gesprekspartner eerlijk en netjes antwoorden teruggeeft, blijft Lukkassen ook eerlijk en netjes. Als ze liegen en draaien is Lukkassen ook niet langer mild.
Tijdens het lezen van Links en rechts in dialoog realiseerde ik mij hoe zeldzaam die manier van werken tegenwoordig geworden is. Eigenlijk zou de socratische traditie die hier wordt opgepakt “gewoon” moeten zijn. In het bijzonder aan onze universiteiten. Maar dat is niet zo. Wanneer Lukkassen een aanstelling zou krijgen aan een Nederlandse filosofiefaculteit dan zou het niveau daarvan onmiddellijk omhoog schieten. Hele ingeslapen afdelingen met docenten zouden wellicht geprikkeld worden toch nog iets van hun leven te gaan maken. Maar ook voor studenten zou dat belangrijk zijn.
Wat is nu uiteindelijk de kern van die socratische traditie? Op p. 175 formuleert Lukkassen het als volgt:
"Socrates ging uit van overreding: ik leg de feiten voor, daarna kunt u niet anders dan uw overtuiging verruilen voor wat ik bewijs – ik heb u overtuigd; dit is een proces van de rede, van logos. U wisselt een veronderstelling in voor een sterkere. Augustinus echter voegt de component van de wil toe: willen dat iets waar is. Zelfs tegen beten weten in."
Onze tijd is een tijd waarin “willen dat iets waar is” voor velen een belangrijker perspectief is dan “ik leg de feiten voor”.