Column Sid Lukkassen: Zihni Özdil vertelt niet de waarheid

Geen categorie20 jun 2021, 7:02
In deze nieuwe column voor De Dagelijkse Standaard reageert Sid Lukkassen op GroenLinkser Zihni Özdil. Die verscheen onlangs in Sids podcast, maar sprak daarna op een manier over die podcast die volgens Sid de feiten geen recht doet. Opmerking van de redactie: de titel van de column is door ons gekozen. Sid verwoordt het zelf veel liever, zie de column zelf. Maar deze titel vat ónze mening samen. En dus zetten we deze er boven.
Voormalig GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil liet weer eens van zich horen op NPO Radio 1. In dit fragment blikt hij terug op onze ontmoeting – daarover zijn vier dingen te zeggen. Graag belicht ik mijn kant van de zaak, want het gaat wat ver om te zeggen dat Zihni liegt, maar er zijn belangrijke accenten die in mijn ervaring net anders liggen.
Ten eerste, hij noemt mijn paper “warrig”, dat wil zeggen mijn voorstel over ideologische verkaveling. Dit idee is mijns inziens helder. Iedere wetenschappelijke onderzoeksvraag wordt gedragen door maatschappelijke opvattingen. Die opvattingen kun je ofwel expliciet maken ofwel impliciet laten. Als je bijvoorbeeld ‘inkomensongelijkheid’ onderzoekt, dan is dit kennelijk omdat je het als probleem ervaart of ziet als mogelijke bron van conflict. Dit is impliciete ideologie en in het huidige academische landschap is alle ideologie vrijwel uitsluitend knetter links.
https://youtu.be/-fA9UC5WREE
In theorie zou aan een universiteit alles onbevooroordeeld onderzocht moeten kunnen worden; in de praktijk weten we dat onderzoeksrichtingen als genderstudies niet bepaald stroken met partijprogramma’s van neem nu conservatieve christenen. Het zou beslist interessant zijn, een onderzoek naar wat masculiniteit betekent in conservatieve christelijke gemeenschappen. Maar in het huidige academische klimaat kunnen we aannemen dat het resultaat bol zal staan met verkapte of openlijke ideologisering rond ‘privilege’ en ‘the patriarchy’. Vele onderzoeksrichtingen zoals ‘women’s studies’ en ‘postcolonial studies’ zijn gepolitiseerd: het overwaaien van het ‘decolonize the university’ discours uit de VS zal dit slechts versterken.
Daarom stel ik voor de academische onderzoeksrichtingen te verkavelen en te stellen: ‘In dit deel klinken de nationaalconservatieve geluiden en in dat deel de linksliberale’. Hetzelfde geldt voor alles wat er tussenin zweeft. Ken onderzoeksvragen een levensbeschouwelijke of ideologische kleur toe en verdeel de onderzoeksgelden vervolgens via een distributiesleutel over de gedefinieerde kleuren. Hoe je een onderzoeksvraag opstelt is immers al bepalend voor de politieke implicaties ervan. ‘Is islamradicalisme een probleem?’ – die bevordert het discours van de PVV. Terwijl een onderzoek dat veronderstelt dat er niet zoiets is als ‘de’ islam, waarschijnlijk goed is voor progressieve cultuurrelativisten. Zolang zo’n verkaveling en verdeelsleutel ontbreken, slokt een monocultuur alles op. Vandaag kiezen wij hooguit tussen liberaal-links, radicaal-links, socialistisch-links en extreemlinks.
Vroeger werd er dan nog tegengeworpen: “Ja, maar Paul Cliteur en Andreas Kinneging in Leiden!” Nu iedereen zag hoe deze geleerden het laatste jaar door de deug-molen werden gedrukt, is zelfs die tegenwerping niet meer serieus te maken. Dus door te doen alsof onderzoeksvragen geen politieke kleuring kennen en geen politieke implicaties hebben, veronderstel je een neutraliteit die er in de praktijk niet is: zo versterk je de heersende links-liberale bubbel. Daarom kies ik expliciete verkaveling boven nep-neutraliteit.
Het ligt voor de hand dat Zihni Özdil vanuit zijn eigen ideologische positie, hier niet echt een kant mee op kan, en het daarom afdoet als “warrig”. Of wellicht is mijn idee de tijd wat ver vooruit – het oordeel hierover is aan de lezer. Het is echter duidelijk, gelet op de verkiezingsuitslagen, dat Nederland naar rechts beweegt. Waarom zouden deze kiezers belastingen ophoesten voor ‘wetenschappelijk onderzoek’ dat in feite ideologisch gestuurde productie is van links gedachtegoed?
Dan het tweede punt dat Zihni maakt, dat hij “met mij te doen had” en daarom deze foto nam. Dat was niet de sfeer van het moment. Er was duidelijk een sfeer van baldadigheid en Zihni gaf daarbij te kennen dat hij niet wegliep van een stevig relletje op de sociale media. Als er op dat moment binnen GroenLinks interne spanningen waren, bijvoorbeeld over de studiefinanciering, dan is het aannemelijk dat Zihni dit foto moment aangreep om nog een stevige schop tegen de schenen te geven. Zihni is er de man niet naar om confrontaties te ontwijken – vanuit zijn eergevoel en temperament doet hij er eerder een schep bovenop dan te de-escaleren.
Ten derde maakte Zihni Özdil tegen mij de opmerking: “Sid, je hebt het aan mij te danken dat je überhaupt enige media aandacht kreeg.” Het kan zijn dat hij dit meende in het diepst van zijn ziel. Misschien zei hij dit slechts in de hitte van het moment, of een beetje van allebei. Het toont dat hij deze foto niet ziet als ‘zomaar een foto’ maar beschouwt als behorende tot een strategie, of in ieder geval aangreep als deel van een tactiek. Overigens wijs ik er graag op dat ik niet door zijn toedoen voor die commissieavond OC&W ben uitgenodigd, evenals de commissiemiddag bij BZK waar ik een maand eerder expert was, of andere keren dat ik gevraagd werd als spreker op het Europarlement.
Tot slot zegt Zihni Özdil in het fragment dat hij op het matje werd geroepen door de fractietop. Verder wil hij “geen namen noemen”. Waarom hij hiervoor kiest is troebel, gezien bekend is dat Jesse Klaver en Kathalijne Buitenweg hem na de foto een Twitter-verbod wilden opleggen. In mijn boek Links en Rechts in dialoog (2020) verwijs ik op twee plekken naar deze informatie, ook stond het in NRC.
De recente Zuilcast met Zihni Özdil beluistert u hier. Inschrijven voor Sids nieuwsbrief is hier mogelijk, volg hem via Telegram en steun de productie van zijn oeuvre via BackMe!
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten