mulder1

-Dr. Gert-Jan Mulder- Hoe Nederland een totaal ander land had kunnen zijn

Politiek09 mrt , 17:00

Nederland had een compleet ander land kunnen zijn. Een land met een strikter immigratiebeleid, een sterker politiek leiderschap en een overheid die dichter bij haar burgers stond. Maar dat is niet hoe de geschiedenis zich voltrok. Drie momenten in de moderne politieke geschiedenis hadden Nederland fundamenteel kunnen veranderen: de verkiezingsstrijd tussen Rita Verdonk en Mark Rutte, de lijsttrekkersverkiezing van Ronald Plasterk tegen Diederik Samsom en, natuurlijk, het tragische lot van Pim Fortuyn. Drie kansen, drie keer tegengehouden door de krachten van de gevestigde orde.

Het mysterie van Rita Verdonk

In 2006 stond de VVD voor een keuze: een koerswijziging naar een strenger immigratie- en integratiebeleid, of de voortzetting van het liberale pragmatisme. Rita Verdonk was als minister van Vreemdelingenzaken razend populair onder VVD-stemmers. Ze belichaamde daadkracht en een ongekende hardheid in het asielbeleid, iets waar grote delen van de achterban naar snakten. Maar de VVD koos anders. Mark Rutte, een politicus met een technocratische en gematigde uitstraling, won de lijsttrekkersverkiezing.

Toeval? Nauwelijks. De verkiezing werd nipt beslist: Rutte won met een verschil van slechts 51,5% tegen 48,5%. Maar belangrijker dan de cijfers was de machinerie achter de schermen. De VVD-top, onder invloed van partijbonzen en een sterke pro-Rutte-lobby binnen het bedrijfsleven en de media, zette zich schrap tegen Verdonk. Ze werd als te onvoorspelbaar en te populistisch gezien. Kort na de verkiezing werd haar positie binnen de partij onmogelijk gemaakt en uiteindelijk verliet ze de VVD om Trots op Nederland (TON) op te richten – een partij die nooit echt van de grond kwam.

Had Verdonk de VVD geleid, dan had Nederland er anders uitgezien. Haar strikte immigratiebeleid zou in de kabinetten-Balkenende en later onder haar eigen leiderschap in de regering mogelijk tot een verregaande hervorming hebben geleid. De instroom van asielzoekers zou strenger zijn gecontroleerd, en de VVD had niet de neoliberale globalistische wending onder Rutte doorgemaakt. Maar de gevestigde orde – de partijtop, het bedrijfsleven en de media – besliste anders.

Plasterk: de verloren intellectueel

De PvdA was ooit een partij met een sterke intellectuele traditie. In 2012 had de partij een gouden kans om iemand aan het roer te zetten die die traditie kon voortzetten: Ronald Plasterk. De bioloog, wetenschapper en voormalig minister van Onderwijs was een kritische denker en wars van ideologische dogma’s. Hij geloofde in wetenschappelijk onderbouwd beleid, in economische realiteit en in een partij die zowel sociaal als realistisch kon zijn.

Maar de PvdA koos Diederik Samsom. Waarom? Omdat de partijtop hem een veiliger optie vond. Samsom, voormalig Greenpeace-activist en retorisch sterk, werd gezien als iemand die de traditionele linkse stemmers beter kon aanspreken. Plasterk, met zijn nuchtere en soms confronterende stijl, was te onafhankelijk, te moeilijk te controleren.

(Artikel gaat verder onder deze oproep) München, Solingen, Nieuwegein: asielzoekers storten een golf van terreur over Europa. Dit moet direct stoppen. Asielminister Marjolein Faber moet DIRECT een asielstop instellen. TEKEN de petitie van Cultuur onder Vuur en help Nederland beschermen tegen de radicaal-islamitische massa-immigratie!

Dit werd versterkt door de media, die Samsom omarmden als de gedroomde lijsttrekker. Talkshows, opiniemakers en kranten gaven hem een platform, terwijl Plasterk werd neergezet als een arrogante intellectueel. Samsom won, werd premierkandidaat en leidde de PvdA uiteindelijk een alliantie met de VVD in – een alliantie die de partij haar ziel en electoraat kostte.

Als Plasterk lijsttrekker was geworden, had de PvdA misschien een economisch realistischere koers gevaren, wars van het progressieve idealisme dat haar uiteindelijk ten val bracht. Misschien had de partij zelfs een brug kunnen slaan naar kritische kiezers die zich nu massaal naar rechts begeven. Maar opnieuw werd de koers niet bepaald door de leden of de kiezer, maar door interne partijmachinaties en de mediale machine die bepaalde wie acceptabel was en wie niet.

De grote omwenteling die nooit kwam: Pim Fortuyn

En dan is er natuurlijk de grootste “wat als” van allemaal. Pim Fortuyn was geen gewone politicus. Hij was een revolutie in de dop. Charismatisch, intelligent en moeiteloos in staat om de gevestigde orde uit te dagen, wist hij als geen ander de kloof tussen burger en politiek bloot te leggen. Zijn kritiek op de massamigratie, de bureaucratische elite en de EU raakte een snaar die nog steeds voelbaar is in de Nederlandse politiek.

Maar Fortuyn werd vermoord. En met hem verdween de kans op een fundamentele herstructurering van Nederland. Zijn LPF werd na zijn dood van binnenuit gesaboteerd door opportunisten en incapabele bestuurders. De partij implodeerde binnen een jaar, en de gevestigde partijen konden opgelucht ademhalen.

Wat als hij had geleefd? Een kabinet-Fortuyn had de immigratie drastisch beperkt, de bureaucratie aangepakt en Nederland een zelfbewuster land gemaakt dat minder afhankelijk was van EU-dictaten. De PVV en FvD hadden misschien nooit hoeven bestaan, omdat Fortuyn al die politieke ruimte had ingevuld. Maar het establishment, de media en de linkse elite waren vastbesloten hem tegen te houden – eerst met demonisering en uiteindelijk met een politiek klimaat dat zijn moordenaar motiveerde.

De verborgen krachten achter de schermen

Deze drie gevallen laten zien dat verkiezingen niet alleen worden gewonnen of verloren op basis van democratische keuzes. Er is een gelaagd spel van belangen, beïnvloeding en manipulatie gaande.

De media hebben een gigantische invloed op wie als legitiem en acceptabel wordt beschouwd. Fortuyn werd weggezet als extreemrechts en gevaarlijk. Verdonk als te radicaal. Plasterk als te intellectualistisch en arrogant. Ondertussen kregen Rutte, Samsom en anderen juist een platform en positieve framing.

Partijapparaten hebben een eigen agenda en werken vaak niet in dienst van de kiezer, maar van hun eigen netwerken. Binnen de VVD werd Verdonk weggewerkt door een establishment dat een gecontroleerde partij wilde houden. De PvdA-top schoof Samsom naar voren als hun man. En binnen de LPF werden na Fortuyns dood bewust onbekwame figuren naar voren geschoven om de partij onschadelijk te maken.

En dan is er de internationale dimensie. Mark Rutte werd uiteindelijk secretaris-generaal van de NAVO – een beloning voor zijn trouwe pro-EU en pro-internationalistische koers. Zou een premier Fortuyn of Verdonk ook die weg zijn opgegaan? Of waren zij juist een bedreiging geweest voor die structuren?

Conclusie: een gestolen toekomst

Nederland had een ander land kunnen zijn. Een land waar een daadkrachtige premier als Verdonk de immigratie had gereguleerd, waar een intellectueel als Plasterk de PvdA had behouden voor de kiezer, en waar een revolutionair als Fortuyn de politieke verhoudingen voorgoed had veranderd.

Maar dat gebeurde niet. Door bewuste tegenwerking, mediacampagnes en strategische sabotage zijn deze leiders nooit op de plekken gekomen waar ze het verschil hadden kunnen maken.

En dus zitten we met een Nederland dat steeds verder afglijdt in bureaucratische stilstand, bestuurlijke lafheid en een politiek die steeds minder met de burger te maken heeft. Dat is geen toeval. Dat is het resultaat van een zorgvuldig gestuurd proces. En zolang die verborgen krachten niet worden blootgelegd, zal Nederland steeds opnieuw de verkeerde keuzes maken – of die keuzes überhaupt niet krijgen.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten