Als er een kern kan worden aangewezen die links en rechts essentieel onderscheidt, dan vindt de Vlaamse auteur Jean-Pierre Rondas deze in de wijze waarop een samenleving zich rekenschap geeft van het eigen verleden, en dit vervolgens uitdraagt in het onderwijs. “Een van de overdragers van de traditie is het onderwijs. […] De vraag is of een pluralistische en diverse samenleving veel gemeenschappelijke kennis kan overdragen.” De vraag stellen is hem beantwoorden. Bij afwezigheid van een overkoepelende leidcultuur die met eigenwaarde en elan wordt uitgedragen, is er altijd wel iemand te vinden die ergens aanstoot aan neemt: een minderheid die zich gekwetst voelt. Steeds meer kennis wordt controversieel verklaard, wat ten koste gaat van sociale stijgingskansen: “Kennis en vaardigheden die op school niet worden aangeleerd, worden privileges voor de beter gesitueerden.”
De ontbrekende tussenstap is hier dat linkse elites meegaan in deze klaagcultuur en zelfs dit vuur opstoken, om zo “allochtonen zielig en dankbaar te houden.” Aldus
Zihni Özdil, voormalig
GroenLinks-Kamerlid en sindsdien onafhankelijk publicist. De trendonderzoekster Hilde Roothart schreef in de krant dat van allochtonen niet meer moet worden verwacht dat zij foutloos Nederlands schrijven, omdat dit ‘racistisch’, ‘imperialistisch’, ‘koloniaal’ en ‘typisch mannelijk’ zou zijn. Ook
volgens Hull University zou correct taalgebruik homogeen, Noord-Europees, wit en elitair zijn. “De universiteit meent dat de vereiste om foutloos te schrijven, etnische minderheden discrimineert.”
Voormalig GroenLinkser haalt uit
Özdil – volgens eigen zeggen “kleinzoon van een Turkse schaapherder” – haalde fel uit: “Wit links gunt het allochtonen niet eens om de taal goed te leren – een privilege dat ze zichzelf wel toestaan. Ze meten allochtonen af aan lagere standaarden en dit is neerbuigend. Ik roep alle allochtonen op om zich onmiddellijk te bevrijden uit deze wurggreep van progressieven. Ga voortaan om met rechtse mensen – zo kom je vooruit in het leven!”
De kern is dat links de zaken makkelijker wil maken, toegankelijker voor de massa, terwijl rechts de standaard hoog legt, en eist dat het individu naar deze standaard opklimt. Rechts wil de waarde van een prestatie behouden en is bereid daarvoor exclusiviteit te koesteren. Links wil inclusiviteit en wenst daarvoor te nivelleren, te vervlakken en te verdommen. Links staat gelijk aan hedonistisch parasitisme op de hogere cultuur die door voorgaande generaties vanuit noeste werkzin is opgebouwd. Dit ‘sloopwerk’ is de identitaire kern van linkse elitevorming, die binnen het onderwijs wordt bedreven.
Deugballotage
Wil je immers serieus worden genomen als gesprekspartner in de maatschappelijke bovenlaag, dan moet je eerst laten zien dat je klassieke talen machtig bent die je op één of ander prestigieus gymnasium hebt geleerd. Stap twee om door de deugballotage te komen is dat je diezelfde klassieke talen vervolgens ironiserend kapotrelativeert omdat het toch allemaal ‘geschiedenis van blanke mannen is’. Maar om tot die tweede ronde te komen moet je dus wel eerst even laten aanvoelen dat die verfoeide culturele verfijning wél tot jouw sociale habitat behoort. Zodoende wordt ‘rechts’ vandaag bemand door burgers ‘van de koude grond.’
Links streeft naar populariteit en naar ‘het moet wel voor iedereen leuk en bereikbaar blijven’. Dit betekent dat ervaringen – diepe en authentieke gewaarwordingen die een mens oprecht kunnen transformeren – worden uitgehold en vervangen door symbolen. Want symbolen zijn ook voor de massa gemakkelijk te consumeren.
Lijdensweg als sleutel tot succes
Een ervaring die oprecht kan transformeren vergt offers en soms pijnlijk lijden. Het vergroten van eigen vaardigheden gaat samen met falen en tegenslagen – kortom met lijden. Wat is de aard van een sterke zwemmer? Mensen die onder water worden gehouden zullen, zodra ze hun longen voelen branden, direct naar de oppervlakte gaan. Sterke zwemmers bewijzen zich via hun wilskracht – hun wil om door te zwemmen ondanks het brandende gevoel. Zij ervaren het brandende gevoel als het gevoel van de zwakte die het lichaam verlaat. Het lijden is voor hen de sleutel tot succes.
De weg van rechts is het Spartaanse pad van de ware beproeving. Zoals de perfectionistische ambachtsman die zich uitput en uiteindelijk een product neerzet waarvan hij zegt: “Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar hier staat iets waarop ik trots ben.” De niet-marxist is bereid om tot het gaatje te gaan: hij of zij kiest een doel, gaat daar op af, en neemt de wonden die dat oplevert voor lief, als deel van de zelfoverwinning. De socialist houdt niet van zoiets definitiefs – hij wil vloeibaar blijven en altijd weer weg kunnen. Daarom past de warmte van een traditioneel gezin niet bij het socialisme, want dit is iets dat alleen door een lange weg bereikt kan worden.
Het onderscheid tussen deze stromingen is dus niet sociaal-economisch, zoals Marx dacht, maar existentieel-metafysisch: ‘Welke ervaringen zoek je in het leven en wat is je karakterhouding daartegenover?’ Politiek is een kwestie van karakterdisposities: mensen stemmen niet op objectieve feiten maar op wat ze willen dat waar is.
Kiezen voor leven of dood
Bekend is dat de progressieven een politiek voorstaan onze samenleving op alle fronten verzwakt. Qua cultuur en bevolkingspolitiek is links voor massa-immigratie en cultuurrelativisme. Hiermee worden de sociale voorzieningen onbetaalbaar en neemt de sociale samenhang af. Wat over is van het Westers cultureel erfgoed, typeren zij als ‘racistisch’ en ‘imperialistisch’: dit maakt ook op cultureel vlak geen eensgezindheid onmogelijk. Qua milieu en klimaat is links tégen kernenergie en voor duurzaamheidsbelastingen op productie: dit drijft de industrie naar Azië. Ook voeren progressieven oorlog tegen traditionele gezinsvormen, waardoor de bevolkingsopbouw van de Europese gezinnen onder grote druk staat. Progressieven blijven euro’s bijdrukken om de maakbare samenleving te bekostigen: zodoende kunnen burgers niet meer tegen de inflatie opsparen en
verdwijnt het langetermijndenken uit de samenleving.Een oproep van de redactie: door de coronacrisis heeft DDS het, net als veel andere websites, ontzettend lastig. Wij willen alles gratis leesbaar houden voor iedereen, waardoor we voor onze inkomsten afhankelijk zijn van reclame. Maar bedrijven hebben financiële zorgen, en hebben dus niet veel te makken. Daar merken wij de gevolgen ook van. Vandaar onze omroep aan u, onze lezers: steun ons alsjeblieft! Via het betrouwbare Nederlandse BackMe-systeem kunt u maandelijks óf eenmalig doneren. Doe dat alstublieft, en help DDS in de lucht te blijven! Een samenleving die kiest voor progressief cultuurgoed, verzwakt zichzelf op alle dimensies. Niet alleen qua onderwijs, maar óók qua cultuur, bevolkingsopbouw, betaalbaarheid, sociale samenhang, innovatie en economie – alles gaat achteruit. We hebben dus een definitie van ‘links’ en van ‘rechts’. Een samenleving die rechtsaf slaat, kiest voor leven – een Europa dat kiest voor links, kiest de dood.
U kunt de artikelen van Sid Lukkassen ondersteunen via BackMe en vergeet niet zijn werk te volgen via Telegram en zijn nieuwsbrief. Luister ook naar zijn podcast: de Zuilcast.