Is D66 een partij zonder ideologie? Nee, al lang niet meer. D66 was de ‘Radicaal Democratische partij’ van Hans van Mierlo en het “Redelijk Alternatief” van Jan Terlouw. Nu heeft D66 een ideologie gevonden in identiteitspolitiek. Frits Bosch beschrijft wat identiteitsbeleid behelst, hoe het wordt toegepast en wat de rol van D66 is.
Kent D66 een stevig politiek anker?
Nee, D66 worstelt sinds de oprichting op 14 oktober 1966 met haar bestaansrecht. D66 noemt zich onder meer progressief, sociaal-liberaal, vrijzinnig, was radicaal democratisch en een ‘redelijk alternatief’. Maar dat heeft de kiezer nooit echt kunnen aanspreken vanwege het ontbreken van een focus, een ideologie. Menigmaal is de partij langs het randje van de afgrond gegaan en mede-oprichter Hans van Mierlo heeft zelfs ooit voorgesteld om D66 op te heffen. Dat is afgewezen en er werd voortgemodderd. In 1967 verklaarde D’66: “Het huidige stelsel is ziek en moe. Wij willen een nieuwe democratie”. Dat is er niet van gekomen.
Zijn politieke punten van D66 gerealiseerd?
Nee. Door de jaren heen is gesproken over de 'kroonjuwelen' van de partij: gekozen burgemeester, gekozen premier, districtenstelsel, dualisme en referendum. Hier is echter nooit iets van terecht gekomen en de kroonjuwelen zijn met een grote boog in de prullenmand verdwenen. Sterker nog, ze zijn veelal ondemocratisch met voeten getreden, zoals het referendum dat de partij niet goed uitkwam. Alexander Pechtold ageerde veelvuldig tegen de PVV inzake het immigratiebeleid en islam. Dat leverde de partij stemmen op, maar niet vanwege de visie van de partij. Opvallend is dat prominent partijlid Boris van der Ham zich zeer kritisch over de islam heeft uitgelaten, zonder weerklank binnen de partij. D66-rechters maken het tot een sport om politicus Geert Wilders te achtervolgen met zijn ‘minder, minder...’. D66 is een partij van vallen en opstaan. De partij staat op 12 zetels in de peilingen.
Heeft D66 een nieuwe roeping?
Ja, D66 zet nu vol in op identiteitspolitiek wat alle elementen bevat ‘die God verboden heeft’.
Wat is ‘Identiteitspolitiek’?
Identiteitspolitiek is te omschrijven als het denken in groepsidentiteiten op basis van geslacht, etniciteit, religie, afkomst en seksuele geaardheid, het zogenaamde LHBGT profiel. Deze denkrichting raakt ingeburgerd als begrip ter aanduiding van identiteiten in organisaties. Het uitgangspunt is niet om zoveel mogelijk gelijke kansen te creëren, maar om gelijke uitkomsten te forceren via ‘diversiteit’, ‘inclusie’. Het is herkenbaar in discussies over racisme, feminisme, #MeToo, religie, huidskleur, slavernij, witte schuld en ‘white privilege’ en in BLM. Identiteitspolitiek wordt met kracht/dwang doorgevoerd via Streefcijfers, Migrantenbarometer, quota en naming & shaming.
Wat is de doelstelling van identiteitspolitiek?
De doelstelling is om diversiteit doelgericht op werkvloeren te vergroten. Het argument is: men moet zich kunnen herkennen in de organisatie, conform een afspiegeling van onze maatschappij. De notie dat men meer diversiteit verkrijgt door te differentiëren tussen identitaire groepen, is vals. Er is immers veel meer diversiteit te verkrijgen door te differentiëren op de grote verschillen per individu op basis van talent, karakter, belangstelling, opleiding en ambitie
Is identiteitsbeleid gevaarlijk?
Ja, het is totalitair. Het gevaar schuilt in de dwangmatigheid, onder het motto “diversiteit en inclusie is logisch en goed”. Diversiteit en inclusie zijn inderdaad op zich prima, maar niet als dit van hogerhand wordt opgelegd. Dan wordt het totalitair en raciaal. Als mensen niet primair op hun vaardigheden en competenties worden geselecteerd, maar op zaken waar ze niets aan kunnen doen, dan is dit de bron van discriminatie en vormt het een aanslag op de motivatie van allen die werk verrichten. Dat is zeer schadelijk voor onze samenleving.
Is identiteitspolitiek racistisch?
Ja. Het selecteren op LHBGT is per definitie racistisch aangezien het individu geplaatst wordt in een collectief raciaal hokje. Identiteitspolitiek is een vorm van geïnstitutionaliseerd racisme. Identiteitsbeleid beoordeelt en selecteert op LHBGT eigenschappen, waaraan een mens niets kan doen. Martin Luther King heeft er in 1963 nog zo voor gepleit om mensen op hun karakter en hun inhoud te beoordelen. Je moet mensen niet selecteren op iets waar ze niets aan kunnen doen, waaronder hun huidskleur. Maar men luistert niet. Integendeel, identiteitsbeleid selecteert juist wél op huidskleur, geslacht, ras, herkomst en seksuele geaardheid.
Is identiteitspolitiek marxistisch?
Ja. Marx leeft in identiteitspolitiek. Het marxisme betreft al lang niet meer de strijd van arbeiders. Het is getransformeerd naar ‘cultureel marxisme’: de strijd tegen de culturele hegemonie van dominante klassen ten koste van vermeend cultureel onderdrukten, de LHBGT’ers. De veronderstelling is dat zij worden achtergesteld, wat zou rechtvaardigen om hen voorrang te geven op de arbeidsmarkt. Marxisme beschouwt de maatschappelijke structuur in termen van machtsverhoudingen tussen groepen en constateert dat verschil in die verhoudingen op generieke achterstelling en onderdrukking berust. Die verschillen zouden rechtgetrokken moeten worden door strijd en revolutie. Marxisme streeft naar gelijke uitkomsten in plaats van gelijke kansen. Onze samenleving streeft naar gelijke kansen om optimale uitkomsten te bewerkstellingen. Identiteitspolitiek is dus strijdig met de meest elementaire basis van onze samenleving.
Is D66 een marxistische partij?
Ja. De partij zegt op de website te streven naar gelijke kansen, maar strijdt voor gelijke uitkomsten, marxistisch. Bestaande hiërarchieën berusten op verschil in vaardigheden, niet op onderdrukkende machtstructuren volgens marxisme. Gelijke uitkomsten afdwingen met quota, streefcijfers en straf leidt tot strijd en geweld. BLM is een beweging strijdend voor identiteiten. Het staat in het teken van marxisme. Marxisme is een ideologie die nog nooit heeft gewerkt, maar wel miljoenen doden heeft opgeleverd.
Wat heet ‘discriminatie’?
Discriminatie is "het onrechtmatig onderscheid maken tussen mensen of groepen" ofwel "het niet gelijk behandelen van gelijke gevallen", kortweg ‘ongepast ongelijk behandelen’. Negatieve discriminatie is het achterstellen van mensen. Positieve discriminatie is het voortrekken van mensen. Minderheden hebben rechten en meerderheden hebben de verplichting die te honoreren en niet negatief te discrimineren. Dit is weergegeven in de Universele Rechten van de Mens van de VN in 1948. De Algemenen Wet Gelijke Behandeling, AWGB, is de Nederlandse wet ter bescherming tegen discriminatie op het gebied van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele gerichtheid en burgerlijke staat, zoals ook vernoemd in artikel 1 van de Grondwet. De AWGB heeft als doel ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan, zowel in negatieve als in positieve zin. Het is een basaal grondrecht. Discrimineren op LHBGT mag niet, maar daarop voortrekken mag evenmin.
Scoort Nederland goed qua discriminatie?
Ja, volgens de World Value Index. Mensen van kleur komen hier dolgraag naartoe, zo racistisch zijn ‘wij’ blijkbaar niet. De landen van herkomst zijn aanzienlijk meer racistisch. Afrika en Zuid-Amerika kent veel discriminatie en racisme. Maar daar hoor je gekleurde mensen hier nooit over. Toch komt discriminatie ook bij ons voor en het dient bestreden te worden. De kweste is dat micro waarnemingen naar een macro conclusie wordt door getrokken. Als een individu meldt ‘ik ben gediscrimineerd’ wordt gesteld: “‘witte’ Nederlanders zijn systematisch racistisch”. Dat is een op zichzelf racistische opmerking. Correct is wel dat racisme toeneemt door immigranten die van huis uit hebben meegekregen Joden en homo’s te haten. Couturier Karl Lagerfeld zei tegen Angela Merkel: “je kunt niet zes miljoen Joden ombrengen en 75 jaar later miljoenen mensen importeren die Joden per definitie haten”.
Bevordert D66 discriminatie?
Ja, positieve discriminatie, voortrekkerij. Ministers Koolmees en Van Engelshoven van D66 propageren identiteitspolitiek op universiteiten, instellingen, cultuur, bedrijven en pensioenfondsen. Dat is strafbaar, AWGB. Het is merkwaardig dat deze ministers ons in een richting duwen die wettelijk strafbaar is. Zo nemen nu vele bedrijven en instellingen ‘diversity officers’ in dienst die de opdracht krijgen op LHBGT te selecteren en zo te discrimineren. Recent heeft het College voor de Rechten van de Mens de TU Eindhoven op de vingers getikt over het voorkeursbeleid om wetenschappelijke vacatures enkel voor vrouwen open te stellen. Het College vindt dat “de universiteit daarmee een grens overschrijdt”. Dat is een understatement. Rector Baaijens is terecht teruggefloten.
Is er discriminatie op gediversifieerde werkvloeren?
Ja, vooral in lager betaalde functies heerst verdeeldheid. Er is geen eensgezindheid om er vol tegenaan te gaan. Een diverse werkvloer betekent een extra risicofactor. Het kan slagen, mits dit op een ongedwongen manier plaatsvindt. Neurologen en psychologen wijzen er op dat het menselijk brein zich het prettigst voelt binnen de eigen groep en het eigen moreel systeem. Als we dat willen omzeilen, dan moeten we elkaar zien als individu, dus juist weg van de groepsidentiteit.
Heeft identiteitspolitiek positieve maatschappelijk effecten?
Nee. De Harvard-studie van Naween Bharathi in India laat zien dat positieve discriminatie zelfs voor meer segregatie zorgt. Dit is exact tegengesteld aan wat de Indiase politicus Ambedkar wenste. Hij had in de jaren '50 positieve discriminatie in India wettelijk vastgelegd en verbood de ‘onaanraakbaarheid’ van de onderste kaste Dahlits. Maar Dahlits wensten zelf hun onaanraakbaarheid te handhaven en segregeerden zich juist meer. Dat zien we nu ook bij onze derde generatie allochtonen. Deze conclusie is onthutsend en tegengesteld aan de doelstelling van onze ministers. Bharathi komt overeen met onderzoek in Noord-Europese landen. Zij zijn het verst gegaan in positieve discriminatie en ook zij constateren dat het niet werkt. Sissel Jensen, hoofddocent aan de Norwegian School of Economics en onderzoeker van ongelijkheid in de commerciële sector meldt: “De regering had de verwachting dat de nieuwe wetgeving het hele bedrijfsleven inclusiever zou maken. Dat gebeurt niet.” Positieve discriminatie werkt niet.
Hoe wordt identiteitspolitiek toegepast?
In restaurants worden dan 10% tafels voor gekleurde mensen gereserveerd, 15% voor herkomst, 18% voor geslacht, 7% voor seksuele geaardheid en 16% voor religie, “want we willen een afspiegeling van de maatschappij”. En zo ook in theaters, musea en muziek events. Bij vele voetbalclubs voetballen soms 80% of meer gekleurde spelers. Die moeten afvloeien naar 10%, sorry hoor!“. Identiteitsbeleid is krankjorum en destructief. Het zorgt voor een verschuiving van macht die niet is gebaseerd op competentie, maar op LHGBTI.
Onderschrijft Elma Drayer (Volkskrant) identiteitspolitiek?
Nee. Drayer: ‘de opkomst van identiteitspolitiek en de invloed ervan op het racismedebat gevaarlijk’? Zij schrijft “Door te blijven hameren op de verschillen, dreigen daders eeuwig daders en slachtoffers eeuwig slachtoffers te blijven. Doorgaan met het uiten van beschuldigingen als “jij zégt misschien dat je geen racist bent, maar onbewust ben je het toch’, is een heilloze weg. Het is als met de Middeleeuwse heksenprocessen: je bent hoe dan ook schuldig. Zo is er geen debat te voeren.” Drayer heeft gelijk. ‘Identity politics’ verdringt liberale waarden. Het intimideert het open debat en zaait verdeeldheid ten nadele van alle identiteiten. De meeste Nederlandse kranten omarmen identiteitspolitiek.
Welke dwang past D66 toe?
Minister Van Engelshoven dwingt het bedrijfsleven in een keurslijf van streefcijfers en quota volgens de SER nota 'Diversiteit in de top. Tijd voor versnelling’. Zo forceert deze minister doelgericht discriminatie en racisme in ons bedrijfsleven. Dit is dezelfde minister die militant uitriep “We gaan afrekenen met mannen”. Van Engelshoven is extreem gevaarlijk. Ook pensioenfondsen worden gedwongen aan diversiteit mee te werken. Via de Code Pensioenfondsen zijn een streefcijferregeling voor diversiteit overeengekomen. Die is verankerd in artikel 33 van de Pensioenwet.
Wat is de tactiek van D66?
Het traject is: 1. Brainwash ze: vertel ze dat inclusie móet, want LHBGT’ers worden achtergesteld, 2. vaardig ‘Streefcijfers’ uit. Je omzeilt daarmee de wet contra positieve discriminatie. 3. maak een Migrantenbarometer. 4. installeer een MonitoringCommissie. 5. pleeg ‘Naming & Shaming’ en zorg voor een klikcultuur en een schandpaal. Diversity officers, i.c. discrimination officers, doen de rest. Deze ministers hebben dit handig geregeld, maar het is stuitend.
D66, stop de identiteitspolitiek.
Het is fundamenteel discriminatoir. Besef dat onze samenleving is gebaseerd op competentie. Dat is de reden dat onze maatschappij relatief stabiel is. Anderen willen dolgraag hier naartoe komen. Ga er dus voorzichtig mee om. Het is een ‘teer vaasje’. De enige manier om inclusie te bevorderen is dat mensen competent worden en verantwoordelijkheid willen en kunnen dragen. De basis is opleiding. U kunt gestimuleerd worden, maar dwang met streefcijfers en quota is uit den boze. De focus moet liggen op verantwoordelijkheid en persoonlijke ontwikkeling, in plaats van het opeisen van rechten. Positieve discriminatie is tegengesteld aan het dragen van eigen verantwoordelijkheid. Bedreig onze liberale samenleving niet.
Functioneren ondernemers onder de “tucht van de markt”?
Ja, maar volgens D66 niet. Zij hebben nooit in een bedrijf gewerkt. Ze begrijpen niet wat “tucht van de markt” en de noodzaak op winst te maken betekent. Van Engelshoven voelt er weerzin bij begrippen als winstmaximalisatie, efficiency en nut. Ze wil ‘afrekenen met mannen’ die zich om die tucht bekommeren. Ze begrijpt niet dat als we gaan sjoemelen met de tucht van de markt, haar bloedjes van kinderen mogelijk niet meer aan de bak komen en naar elders moeten uitwijken. Ze meent haar ideologie vrij kunnen botvieren, met desastreuze gevolgen. Zij willen ook niet begrijpen dat ondernemers functioneren onder de “tucht van de markt, want die gedachte ondermijnt hun ideologie. Op universiteiten en publiekrechtelijke instellingen kan men ongehinderd identiteitspolitiek bedrijven. Er heerst geen tucht van de markt die het evident maakt dat de meest vaardige persoon geselecteerd wordt. Men kan ‘vrijelijk spelen’ met LHBGTI. Daarentegen verschaft het bedrijfsleven als het ware de lakmoesproef die aantoont hoe destructief identiteitspolitiek is.
Welke sectoren lijden onder D66’s identiteitspolitiek?
De culturele sector. 375 miljoen euro trekt de rijksoverheid jaarlijks uit voor kunst- en cultuursubsidies. Bij de verdeling ervan zullen diversiteit en inclusiviteit de komende jaren een belangrijke rol spelen. Dit is tot ongenoegen van prominenten uit de sector die waarschuwen voor verschraling en een culturele eenheidsworst. “Alles en iedereen moet door dezelfde hoepel heen springen.” Het Amsterdamse museum Ons’ Lieve Heer op Solder kreeg onlangs te horen dat er geen overheidssteun meer voor de unieke 17e-eeuwse schuilkerk op de Wallen is weggelegd. Zonder de zes ton subsidie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) kan de instelling de deuren sluiten. Het museumbestuur zou niet ’divers en inclusief’ genoeg te werk gaan, zo was de toelichting. Dat na ’educatie’ en ’vernieuwing’ de komende jaren ’diversiteit en inclusie’ hoog op het verlanglijstje van de subsidieverstrekkers staat, is te danken aan de code Culturele Diversiteit en aan minister Van Engelshoven (D66, Cultuur). Het idee erachter was dat culturele instellingen en cultuur voor een zo breed mogelijke doelgroep moeten zijn. D66 stuurt vraag en aanbod van cultuur, totalitair en levensgevaarlijk.
D66 geldt als onderwijspartij.
De bijl wordt geslagen aan vrijheid van meningsuiting op universiteiten. Emeritus hoogleraar Meindert Fennema politicologie UvA, ex communist, meldt: “Geheel in de geest van George Orwell moeten de Diversity Officers er op toezien dat alle politieke diversiteit uit de universiteiten verdwijnt. In mijn eigen afdeling Politicologie aan de UvA ging deze maand een brief rond, door bijna alle docenten getekend, waarin de ondertekenaars zichzelf schuldig verklaren aan het in stand houden van een koloniaal en racistisch onderwijsprogramma.” Collegevoorzitter UvA Geert ten Dam: “de UvA is te wit en te mannelijk”. Ze is een raciste.
Ziet D66 wat er gaande is in onze getto’s?
Ja, maar ontkent. Opgemerkt wordt dat er in getto’s zich halve burgeroorlogen afspelen en dat daar nu toch echt wat aan gedaan moet worden. Marokkaans-Nederlandse D66’er Salima Belhaj zegt het niet te zien. Nee, natuurlijk ziet ze het niet. Dat kan ook niet. Ze heeft niet een bord voor haar kop. Begint ze het te zien als er bij haar wordt ingebroken, ze zwaar mishandeld en gekneveld op de grond ligt? Ze zegt dan dat deze mannen slachtoffers zijn van discriminatie en ondersteuning nodig hebben. Ze wil vooral niet generaliseren. Deze Westerse haatjeugd, vierde generatie Marokkanen, “heeft meer ruimte nodig”. Deze mensen leren het nooit. We weten dat uit de boeken van Aleksandr Solzjenitsyn (1918-2008) dat degenen die verbannen en mishandeld waren in de USSR Goelag Archipel, toch het regime blijven ondersteunen.
Overigens is opvallend dat nu ook succesvolle Marokkaanse Nederlanders het optreden van de overheid eisen. Prof. Frank Bovenkerk heeft in zijn boek ‘Marokkanen in Europa, crimineel in Nederland’ aan het relatief grote aantal succesvolle Marokkanen in Nederland een apart hoofdstuk besteed. Het zit hem volgens hem in de mindere sociale controle in gezin, gemeenschap en politieke verhouding met Marokko. Ik voeg er aan toe dat het deze Marokkanen gelukt is zich te ontworstelen aan de islam als lege huls moslims. Zij weten waar hun belang ligt en dat is niet bij haatdragendheid en gewelddadigheid.
Wordt Sigrid Kaag premier?
Nee, kansloos. Ze vertrouwt op the vagina vote. Kaag meent dat het “goed gaat met de integratie”. Iedereen constateert het tegendeel. Kaag weet van alles over internationale zaken, maar weinig over Nederlandse zaken. Daar ligt haar hart niet. Ze gaat mee op internationale missies en draagt dan graag een hoofddoek. Knielen is voor haar geen probleem. Ze weet niets van economie. Ze zet zich in voor allochtone minderheden die vermeend achtergesteld worden. Kaag haat populisten. Eric Hendriks in Elseviers Weekblad over Kaags Abel Herzberg lezing: “Een aanstellerige bak clichés. Ze presenteert zich als de dappere verzetsstrijder van een hoogopgeleide kosmopolitische elite, die het o zo zwaar heeft. Partijen als de PVV en het FvD worden volgens haar niet of nauwelijks gekritiseerd maar daar is wel alle reden toe meent ze. Kaag legt uit dat ze doen denken aan de bruine jaren dertig. Poe, het is er uit.” Kaag doet denken aan Hillary Clinton, met haar ‘deplorables’.
Is D66 een prima partij?
Nee. D66 is levensgevaarlijk omdat het via identiteitspolitiek de tribalisatie in ons land institutionaliseert. D66 accentueert de groepsvorming en versterkt daarmee de polarisatie en verdeeldheid in de samenleving. Dit onder het motto ‘generieke achterstelling’ tegen te gaan. Identiteitspolitiek is de kortste weg naar discriminatie en racisme. Rigiditeit is thans kenmerkend voor D66, de partij die voorheen zo opportunistisch zwabberde tussen links en rechts. ‘Bevestigingsvooroordeel’ wordt bij D66’ers met hoofdletters geschreven. D66 heeft zich nu als discriminatoire, marxistische, racistische en ondemocratische partij in de extreem linker hoek van het parlementaire spectrum genesteld. Jan Terlouw moest huilen bij de gedachte dat het touwtje niet langer door de brievenbus kan. Duurzame Terlouw knikt nu goedkeurend bij het extreem linkse profiel dat de partij zich heeft aangemeten. Een tevreden glimlach krult zich om zijn mondhoeken: de partij heeft eindelijk de veilige thuishaven gevonden. Hij knielt bij de boreling, een weerzinwekkend monster....
Frits Bosch, auteur van “Risico als obsessie”, “Dat is het risico”, “Wereld op een keerpunt” “Onbehagen bij de elite”, “Schaft ook Nederland zich af?” en “Feminisme op de werkvloer”.