De PvdA en de SP namen het voortouw in het willen regelen van een betere zorgbeloning voor het
personeel in de zorg. Dat wil men natuurlijk al wel veel langer, maar door hoe ze met de coronacrisis om zijn gegaan, vond men een structurele betere beloning wel écht een keer tijd worden.
De gehele oppositie was het met ze eens. Betere arbeidsvoorwaarden en een hoger salaris, voor de groep die zich zo uit de naad heeft moeten werken en dat eigenlijk maar gewoon te verkroppen had, en het virus 'overwon'. Natuurlijk mag daar een degelijke blijk van waardering (en het rechttrekken van jarenlange bezuinigingen) tegenover staan. De uiteindelijke uitslag was 73 Kamerleden tegen en 71 voor.
De coalitiepartijen vrezen, denk ik althans, de extra financiële druk die dit gaat leggen op de zorgsector terwijl er een economische crisis aankomt. In die zin betekent geld dat naar de zorg gaat, geld dat niet geïnvesteerd kan worden in initiatieven die ons uit de crisis helpen. Dat is heel cru om zo te moeten stellen, maar wat mij betreft wel waar het op neerkomt. De andere kant van de medaille is natuurlijk dat de zorg al zover uit is gekleed, dat het kabinet het geld maar eens ergens anders vandaan moet gaan zien te toveren, én geld moet gaan vinden om een deel van de bezuinigingen terug te draaien. Verondersteld dat het geld dan ook allemaal goed terechtkomt. Maar dat valt in de realiteit regelmatig nogal vies tegen.