Het gaat momenteel niet goed met de Jeugdzorg in Nederland. De financiën drogen langzaam op. De reden is dat onder het kabinet Rutte de zorgtaken zijn overgeheveld naar de gemeenten, maar het vraagstuk van financiering open bleef staan. Hierdoor lijkt de 'decentralisatie' vooralsnog vooral op een bezuiniging op Rijksniveau.
En zitten gemeenten nu met de handen in het haar nu de kosten de pan uitreizen. Als gemeenten de Jeugdzorg financieel niet kunnen opbrengen wordt het uiteindelijk toch echt zoeken naar nieuwe modellen om de Jeugdzorg in te gieten. Met enige creativiteit kan veel worden bespaard, maar gezien het feit dat het om €450 miljoen op jaarbasis gaat is creativiteit onvoldoende om de tekorten te dichten.
Daarvoor is het gat gewoon té groot.
Het Rijk moet dus wel handelen nu de wethouders van de regeringspartijen VVD, CDA, D66 en VVD aan de bel trekken. Als de gemeenten in zwaar vaarwater komen bij het uitvoeren van hun Jeugdzorg-taken dan moet er of geld bijkomen of heel snel een discussie worden gevoerd over de Jeugdzorg. Over de verantwoordelijkheden, taken en doelstellingen ervan. De minister heeft vooralsnog niets toegezegd. Een treurige zaak volgens GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld:
"Intussen krijgen veel jongeren niet de juiste hulp. En dat maakt het zo treurig."
Het kan dus niet zo zijn dat de gemeenten en het Rijk de huidige situatie nog enkele jaren in stand houden. Actie is nu noodzakelijk. Daarom stuurden de wethouders ook brieven naar het Rijk. Ook doet het nalaten te handelen de kwaliteit van de zorg niets goeds.
Wethouders: “wij hebben meer geld nodig om onze jeugdzorgtaken uit te voeren.”
Minister vanmiddag: “ik kan geen concrete bedragen noemen.”
Maar intussen krijgen veel jongeren niet de juiste hulp. En dat maakt het zo treurig. https://t.co/njz3vhVEWw
— Lisa Westerveld (@Lisawesterveld) 15 mei 2019
Om te voorkomen dat gemeenten in de uitverkoop gaan of de zorgtaken in kwaliteit dalen is het dus tijd dat de Tweede Kamer het debat met de bewindspersonen intensiveert, maar ook dat er opnieuw wordt nagedacht over wat Jeugdzorg is, waarom het wordt aangeboden en welke preventieve stappen genomen kunnen worden om de vraag naar Jeugdzorg te verminderen. Dat is een complex verhaal en kost maanden, wellicht zelfs jaren. Zo lang zal het Rijk dus nog wel moeten bijspringen.
Dat de situatie sinds 2015 al zo doorsuddert is een veeg teken: een verouderd model wordt (te) lang gehandhaafd. Tevens blijkt de WMO-decentralisatie dus gewoon een bezuiniging op Rijksniveau. Leuk voor de cijfertjes op korte termijn, maar het gaat er nu wel inhakken. Ondertussen doen steeds meer jongeren een beroep op de Jeugdzorg. En zou het achterhalen van de primaire oorzaak voor die trend wellicht ook kunnen helpen in het bestrijden ervan.