Afghaanse tolken die voor Nederlandse militairen hebben gewerkt bij vrede- en veiligheidsmissies voelen zich in de steek gelaten door de Nederlandse overheid. Ze worden opgejaagd en dit is bekend bij de overheid, maar die doet niets! Dat meldt de NOS. Tussen 2006 en 2010 zijn er 102 Afghaanse tolken ingezet in Uruzgan. Deze tolken bleken hard nodig en vrij schaars, want de Taliban had de regio flink in zijn greep. Bijna niemand durfde als collaborateur te worden gezien voor de binnengevallen machthebbers.
Er moest dan ook best wat tegenover staan om Afghanen zover te krijgen dat ze mee wilden werken met westerse militairen. Hun veiligheid zou worden gewaarborgd en zij zouden aanspraak kunnen maken op asiel. De Nederlandse overheid doet volgens deze tolken nu gewoon alsof zijn neus bloedt. Een vragenlijst over de veiligheidssituatie van de tolken werd wel ingevuld, maar bleef onbeantwoord.
Dat enige vorm van asiel voor deze mensen niet meer dan terecht is, blijkt wel uit hun verhalen. Diverse tolken zijn al ondergedoken en enkelen van hen op klaarlichte dag vermoord door de Taliban.
Het
ministerie van Defensie verschuilt zich achter regeltjes en procedures. Zij zouden geen signalen hebben ontvangen, gaan niet in op individuele gevallen en hebben dus geen bewijs. Wie echter gewoon logisch nadenkt kan wel inschatten dat de situatie voor die tolken serieus nijpend is. De Taliban zit er nog, mensen hebben hen herkend en zien ze als collaborateurs of krijgen mogelijk een vergoeding voor informatie. Belachelijk hoe de Nederlandse overheid hiermee omgaat.