De leerling moet weer centraal staan, of in ieder geval 'het leren zelf', vinden steeds meer onderwijsdeskundigen. Daar valt natuurlijk best wat voor te zeggen, maar men slaat weer eens door! Via het NRC. In de loop der jaren is kwantiteit centraal gaan staan bij scholen en onderwijsinstellingen. 'Men hobbelt van toets naar toets', is de conclusie. Wanneer je het artikel echter doorspit naar oplossingen, gaan de nekharen je al snel overeind staan. 'Formatief leren', 'formatief evalueren' en 'ontwikkelingsgericht leren' wat 'een samenspel met formatief toetsen' moet worden, dit zijn de termen waar sommige scholen zich van bedienen. Dan zakt de moed je toch al direct in de schoenen?
In plaats van simpelweg een aantal kwaliteitseisen te formuleren, aspecten die een scholier of student aan het eind gewoon móet kunnen, schiet men totaal door naar oppervlakkige managementtaal en een vage eindstip die doet denken aan zweverigheid van het niveau 'de reis is de bestemming'.
En ja, het ís ook een probleem dat een kind voor iedere poep en scheet een toets moet afleggen en in essentie als een circusaapje wordt getraind om goed toetsen te kunnen maken en maar weinig van de kennis overhoudt. De oplossing is dan niet om meer de focus te leggen op het leerproces in plaats van het eindresultaat. De oplossing zit hem in een helder gedefinieerde eis aan het eindresultaat met goede begeleiding tijdens een minder strak ingekaderd leerproces.
Ik zal een vergelijking maken. Stel dat we een werkstuk voor het vak Handarbeid moeten maken. We gaan een speelgoedauto van hout maken. In de huidige situatie zou het dan een traject van acht weken zijn waar we de eerste week les krijgen over houtsoorten en de geschiedenis van speelgoedauto's, met voor beide aspecten een toets. Week twee beslaat diverse soorten speelgoedauto's met wat onzinnige theorieën over wat de beste speelgoedauto zou zijn, met natuurlijk weer een toets.
Wat hier nu wordt voorgesteld is dat het lespakket op de schop moet en het prima is als een leerling na acht weken in plaats van een speelgoedauto ineens met een vogelhuisje aan komt kakken, want 'speelgoedauto's zijn niet echt mijn ding en ik hou van vogels'. Het zou in dit geval beter zijn om de leerling simpelweg informatie en instructies te geven over de typen speelgoedauto's en de voor- en nadelen van iedere houtsoort. Laat hem zelf een autootje in elkaar flansen, met verantwoording voor zijn keuzes. Resultaat: minder toetsen, nadruk op eigen inzicht en leerproces en een duidelijk eindproduct. Opgelost!