René ten Bos, Denker des Vaderlands, zegt in een interview dat duurzaamheid als een religie is geworden. En dat is ook zo! Je wordt er al jaren helemaal mee doodgegooid, dat duurzaamheid gedoe. Vroeger moest je netjes je gloeilampen uit doen, douchen hoort maar 5 minuten te duren, 'een dag geen vlees' is een dingetje geworden, tonnen fijnstof door een paasvuur is ineens een probleem etc. etc. Een wonder dat we nog leven! Heb je er wel een keer genoeg van of heb je twijfels bij sommige aspecten van klimaatwetenschap, dan komt Jesse Klaver je even vertellen dat 97% van de wetenschappers
klimaatverandering erkent.
Dus lekker puh.Het vervelende van dit alles is natuurlijk dat de meeste mensen prima wat zouden willen inleveren of wat bewustere keuzes zouden maken, als ze merken dat het zin heeft of als ze er zelf profijt van kunnen hebben. Denk aan zonnepanelen op je dak en de overcapaciteit verkopen (maar
fuck you want BTW en andere belasting omdat je iets van waarde produceert). Waar het echter religieuze trekjes begint te krijgen is wanneer schuldgevoelens en symboolpolitiek de overhand beginnen te krijgen, zoals bij
VPRO Tegenlicht. Daar praten ze al over
ecofobie en
ecorexia.
Niemand van deze duurzaamheidsgospel vraagt zich eigenlijk af wat wel of niet rendabel is qua beleid maar alleen nog of het deugt. Mocht de wereld onleefbaar zijn geworden omdat Duitsland de bruinkoolcentrales weer aan slingert, Trump zich weer richt op voordeel voor brandstofauto's en Chinezen niet eens meer weten of het dag of nacht is met die smog, Nederland deugde tenminste.