Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) meldde vanochtend dat onze koopkracht voor het vierde jaar op rij was gedaald.
Alwéér?, hoor ik u vragen. Het ging toch beter met 'de economie'? Althans, dat willen onze 'leiders' in Brussel en Den Haag ons toch doen geloven? Waarom horen we nu dan dat we er wéér op achteruit gegaan zijn? Niet geheel toevallig vraagt onze oudgediende bij de
Finance-sectie zich ook al af waar onze koopkracht blijft. Die verdwijnt als sneeuw voor de zon. En niet vier jaar, maar al twintig jaar, volgens DNB (De Nederlandsche Bank). Maar wat zegt ons statistiekbureau ervan?
Het CBS stelt, dat de koopkracht van de Nederlandse bevolking in 2013 met 1,1 procent is afgenomen. De koopkracht daalde daarmee voor het vierde jaar op rij, geheel in lijn met de economische crisis en de oplopende werkloosheid. Het aanhoudende koopkrachtverlies staat in schril contrast met de groei van de koopkracht in de periode 1985-2009 (mijn nadruk, red.) van gemiddeld 1,8 procent per jaar, toen alleen in 2005 sprake was van een lichte daling.
Het CBS lardeert haar standpunt met onderstaand grafiekje.
Koopkrachtontwikkeling:
Maar wat zegt onze centrale bank, DNB, over de koopkrachtontwikkeling van de Nederlandse huishoudens? Een citaat uit hun
bulletin van 23 juli vorig jaar:
"Al twintig jaar blijft in Nederland de groei van het beschikbare huishoudinkomen achter bij de groei van het bruto binnenlands product. (...) Al met al is het aandeel van het BBP dat terecht komt in de huishoudportemonnee de afgelopen twintig jaar substantieel gedaald."
En deze claim wordt onderbouwd met een ander grafiekje van... datzelfde CBS:
Interessant nietwaar? Want hoe kan dit nou?
De verklaring moet (deels) gezocht worden in het relatieve aandeel van de private huishoudens als percentage van het BBP (wat we met z'n allen verdienen). Een steeds groter deel van wat in Nederland verdiend wordt komt de private huishoudens op een andere manier ten goede, namelijk in de vorm van collectieve zorguitgaven en toekomstige pensioenaanspraken. Daarnaast heeft het bedrijfsleven zijn inkomensaandeel weten te vergroten. Maar gecorrigeerd voor inflatie en bevolkingsgroei lag het beschikbare inkomen van huishoudens in 2012 maar net iets hoger dan in 1997. Zo beschouwd is de koopkracht per inwoner dus in 15 jaar nagenoeg niet toegenomen.
En daar komt nog iets anders bij: door de veel te lage conversiekoers van de gulden naar de euro (in 1999 giraal ingevoerd) is aan de Nederlandse huishoudens (en bedrijven) een fors stuk koopkracht ontnomen. Die koopkrachtdiefstal was niet alleen direct, maar werkt ook door in de jaren daarna, tot op de dag van heden. Hierdoor is aan de Nederlandse burgers en bedrijven een fors stuk welvaart ontnomen, waarop we zowel economisch als juridisch recht hadden. Dit koopkrachtverlies is bovendien structureel van aard.
Klik hier voor cijfermatige onderbouwing. Zoals uit onderstaande tabel blijkt is de koopkracht van de Nederlandse burger in de periode vanaf 1991 tot 2014 (1991 = 100) met maar liefst 12,84% afgenomen:
De getoonde cijfers van het CBS zijn dus op zijn minst bagatelliserend, ofschoon ik het eerder pure misleiding van het Nederlandse volk zou willen noemen. Ik zou wel eens de onderbouwing willen zien van de getoonde koopkracht stijging van maar liefst 5% (!) in het jaar 2001, om maar wat te noemen. In gewoon Hollands heet dat 'volksverlakkerij'. Afijn, het CBS meldt vandaag ook nog wat details. Zo is de koopkracht onder zelfstandigen sterker afgenomen dan onder werkenden. Zie onderstaande tabel:
Koopkrachtontwikkeling bij gelijkblijvende inkomensbron, 2013*:
Vrijwel alle categoriën zijn er dus (fors) op achteruit gegaan, waarvan de ouderen (-3%) en zelfstandigen (-3,3%) het meest. De zwaarste klappen vielen bovendien bij die inkomensgroepen die dit het minst kunnen dragen. Wat blijkt namelijk? De lage inkomens zijn er in 2013 sterker op achteruit gegaan dan de hogere inkomens. De koopkracht daalde met 1,5 procent het sterkst bij het kwart van de mensen dat in de een-na-laagste inkomensgroep zit. Juist in deze groep zitten relatief veel gepensioneerden die hun koopkracht zagen slinken. Dan blijkt uit een ander tabelletje van het CBS dat al vanaf 2009 zowel de statische als dynamische koopkracht daalt:
Dynamische en statische koopkrachtontwikkeling:
Conclusie:
De juiste conclusie over de binnenlandse koopkrachtontwikkeling van burgers en bedrijven is dan ook, dat we op een ongelofelijke manier bestolen zijn geworden. Niet alleen door de veel te lage omwisselkoers van de gulden naar de euro, maar ook door de almaar stijgende premiedruk voor zorg en pensioenen, die ons echter niet ten goede zullen komen. Door het bizarre rentebeleid, afgedwongen door de ECB om de zuidelijk eurolanden en Frankrijk tegemoet te komen, worden onze spaarders en gepensioneerden dubbel getroffen. De verplichte zorgpremies met verplicht eigen risico zijn een volgende aanslag op de koopkracht van de burger.
Het echte probleem schuilt in de almaar uitdijende overheid 'rupsje-nooit-genoeg'. Het inkomens aandeel van de overheid in het BBP was in 2012 al opgelopen naar ruim 17,5% en is nog altijd stijgende. Dit grotere aandeel is voornamelijk uitgegeven aan hogere individuele overheidsconsumptie. Daarbij gaat het om collectief gefinancierde goederen en diensten die individuele huishoudens ten goede komen, zoals onderwijs en zorg. Herverdeling van inkomen dus. We hebben geleefd in een socialistische heilstaat, maar de vraag is hoelang dat nog volgehouden kan worden. Met de blijvende economische stagnatie, met de molensteen aan schulden en garantieverplichtingen richting Europese 'familieleden' om onze nek en met de permanente transferunie, die definitief is op het moment dat de bankenunie een feit is en de Europese schuldenberg 'collectief' gefinancierd gaat worden. Dat wil zeggen: vanuit Noord-West naar Zuid-Oost.
Onze regering lijkt wel gek geworden.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.