Op vrijdag gaf FVD-Tweede Kamerlid Frederik (Freek) Jansen een bijzonder interessante lezing over de Frankfurter Schule. Deze marxistische school, zei Jansen, heeft bijzonder veel invloed op de hedendaagse cultuur. Sterker nog, als je modern Europa wil begrijpen moet je de Frankfurter Schule lezen. " In de hele Europese beschavingstraditie zagen zij een ontwikkeling van toenemende onderdrukking van mens en natuur. Álles werd verdacht gemaakt, alles werd ‘potentieel fascistisch’." vat Jansen hun visie samen. En dus werden ze na de Tweede Wereldoorlog extremer, en werkten ze samen met de Amerikaanse inlichtingendienst samen om de psychologie van European te "transformeren."
Het discours van woke, de LHBTI-ideologie, de slachtoffercultus etc. zijn volgens Jansen erfenissen van het denken van de Frankfurter Schule. "Die ideeën vinden hun oorsprong in het denken van een kleine groep Duits-joodse academici van ruim honderd jaar geleden, de zogeheten Frankfurter Schule," zegt hij in een interview met het Renaissance Instituut - een interview dat hij een dag gaf voor zijn lezing.
"Zij probeerden de crisis van het marxisme van de jaren twintig op te lossen. Hoe kon het, dat de arbeidersklasse zijn revolutionaire potentieel niet had benut? Waarom stonden de ‘arbeiders aller landen’ tegenover elkaarin de loopgraven, terwijl ze eigenlijk onderlinge klasseloyaliteit moesten hebben? Wat verklaarde het ontbreken van dat klassebewustzijn?"
Het antwoord daarop was volgens deze ideologen: "Nationalisme, familiestructuren, schone kunsten, kortom, alle aspecten van het ‘bourgeois leven’ waarmee verticale loyaliteiten in stand werden gehouden die de mens – aldus de Frankfurter Schule – een vals bewustzijngaven. Pas als al die structuren zouden zijn vernietigd, konden mensen zich bewustworden van hun ware toestand en zou de werkelijke communistische wereldrevolutie kunnen ontstaan."
Hij gaat verder dat denkers als Herbert Marcuse, Franz Neumann en Otto Kirchheimer voor de Tweede Wereldoorlog eerst en vooral marxistisch waren, en de arbeiders als bondgenoten zagen in de strijd. Maar na de Tweede Wereldoorlog veranderde hun visie.
" Er vond een verschuiving plaats in de focus van hun werk. Ze raakten geobsedeerd door het idee van ‘de democraat’; de tegenpool van ‘de fascist’. In hun beginjaren probeerden ze het marxisme vooral te revitaliseren en de arbeidersklasse te activeren, maar na de oorlog zagen ze de arbeidersklasse juist steeds meer als een probleem, als potentieel fascistisch en antisemitisch," aldus Jansen. "De massa had zich verraderlijk getoond, intolerant en ja, moorddadig. Het ontleden, ‘bekritiseren’ en onschadelijk maken van die fenomenen werd de focus van hun naoorlogse werk."
Dat punt is bijzonder belangrijk. Want "in de hele Europese beschavingstraditie zagen zij een ontwikkeling van toenemende onderdrukking van mens en natuur. Álles werd verdacht gemaakt, alles werd ‘potentieel fascistisch’." Jansen concludeert dan ook: "Zie daar het begin van de hedendaagse obsessie met minderheden, onderdrukking en het onmiddellijke bestempelen van andersdenkenden als fascisten."
Na de Tweede Wereldoorlog gingen deze mensen samenwerken met de Amerikaanse inlichtingendienst, zegt Jansen. " Ze schreven rapporten over de situatie in Duitsland en stelden een zeer uitgebreid ‘denazificatieprogramma’ op." Deel van dat programma was "het dusdanig transformeren van de cultuur – en zelfs de psychologie van de mens – dat er nooit meer, ‘nie wieder’, een vervolging van Joden zou kunnen ontstaan."
"In hun ogen leidde de aard en geschiedenis van de Europese volkeren dwingend tot een maatschappelijke orde van onderdrukking, uitsluiting en uitbuiting," gaat hij verder. "De Europeaan was dus wezenlijk ‘fascistisch’ en zou een onbedwingbare aandrang hebben tot het willen aanvallen, domineren en vernederen van alles wat ‘zwak’ was. De ‘autoritaire persoonlijkheid’ noemden ze dat. Die moest dus verdwijnen, anders zou de geschiedenis zich onvermijdelijk herhalen."
De Amerikanen konden zich daar natuurlijk graag bij aansluiten, want zo'n programma betekende een minder machtig Europa. Maar dat geheel terzijde.
Dit "denazificatiedenken" vormt, legt Jansen uit, "nog altijd de basis voor onze hedendaagse politieke, culturele en economische ‘tijdgeest’."
Ook op het gebied van de seksualiteit heeft de Schule een grote rol gespeeld - en nog steeds. Dat hele LHBTIQ-gebeuren vindt feitelijk zijn herkomst daarin. "In lijn met Freud zag met name Herbert Marcuse de onderdrukte seksualiteit als oorzaak van allerlei stoornissen. Maar Freud zei: als je probeert Eros te bevrijden, breek je precies af wat je nodig hebt om een samenleving bij elkaar te houden. Volgens Freud was sublimatie daarom nodig," wat tot "verticale" verbanden leidt.
(Artikel gaat verder onder de oproep ons te steunen in deze barre tijden)
Een oproep van de redactie: door de coronacrisis, de energiecrisis, de inflatiecrisis ´én de koopkrachtcrisis heeft DDS het ontzettend lastig. Wij willen alles gratis leesbaar houden voor iedereen, waardoor we voor onze inkomsten afhankelijk zijn van reclame. Maar bedrijven hebben financiële zorgen, en hebben dus niet veel te makken. Daar merken wij de gevolgen ook van. Vandaar onze oproep aan u, onze lezers: steun ons alsjeblieft! Via het betrouwbare Nederlandse BackMe-systeem kunt u maandelijks óf eenmalig doneren. Doe dat alstublieft, en help DDS in de lucht te blijven!
Maar de Frankfurters wilden dat nou juist vernietigen. "Uit de normale ontwikkeling van de mens ontstaat ontvankelijkheid voor fascisme. Dus ook de normale seksualiteit. Daarom wil Marcuse Eros bevrijden. In zijn boek One Dimensional Man noemt hij dat desublimatie," aldus Jansen.
Het gevolg is dus dat de Schule ervoor pleitte - en er actief actie voor voerde - dat normale seksualiteit verdween en vervangen werd door een abnormale seksualiteit.