Terwijl het kabinet Rutte IV zijn laatste adem uitblaast, maakt D66-politica Pia Dijkstra haar grote rentree, als de nieuwe minister van Volksgezondheid. Na het plotselinge vertrek van Ernst Kuipers, staat Dijkstra klaar om de 'wankele erfenis' over te nemen. Maar laten we wel wezen, D66 heeft nooit een probleem gehad met het veroorzaken van een beetje tumult in de politieke arena, of het nu gaat om ethische kwesties of de gezondheidszorg.
Dijkstra, die dacht dat haar politieke carrière achter de rug was, springt nu in om de "snelheid te houden" in de zorgsector. Maar laten we eerlijk zijn, is snelheid waar de zorg nu echt behoefte aan heeft, of zou een zorgvuldige, doordachte aanpak niet gepaster zijn? Blijkbaar is de drang om politieke punten te scoren voor D66 belangrijker dan de echte behoeften van de Nederlandse burgers.
Het voormalig D66-Kamerlid, bekend om haar controversiële 'Voltooid Leven'-wetsvoorstel, lijkt de perfecte kandidaat voor D66 om de polarisatie in de politiek nog verder op te voeren. "De toon zal hard zijn, de polarisatie is groot," zegt ze, bijna alsof het een ereteken is. Maar is dat waar Nederland behoefte aan heeft in deze tumultueuze tijden? Meer polarisatie, meer hardheid, en minder samenwerking?
Dijkstra's terugkeer is misschien een tijdelijke oplossing, maar het legt een dieper probleem bloot binnen D66 en de huidige regering: een schrijnend gebrek aan langetermijnvisie en een overduidelijke voorliefde voor polariserende politiek. Terwijl D66 zichzelf graag ziet als de hoeder van progressiviteit en ethische politiek, lijkt het erop dat ze in werkelijkheid meer geïnteresseerd zijn in het spelen van politieke spelletjes dan in het dienen van het Nederlandse volk.
Pia Dijkstra mag dan trots zijn op haar rol in deze politieke soap, maar de Nederlandse burgers zijn degenen die uiteindelijk de prijs betalen voor deze onophoudelijke polarisatie van, voor en door D66. Het wordt tijd dat D66 en de rest van het kabinet dat gaan inzien.