De aanslag in Mannheim (Duitsland) op de islamcriticus Michael Stürzenberger houdt de gemoederen bezig. Stürzenberger is op een plein in Mannheim met een mes aangevallen door een 25-jarige Afghaanse immigrant, Sulaiman Ataee. Daarbij raakte Stürzenberger zwaar gewond, maar een agent die hulp wilde bieden is inmiddels zelfs overleden.
Het commentaar van Bundeskanzler Olaf Scholz was weinig verrassend. Geweld is in een democratie onacceptabel. En de dader moet streng worden bestraft (“Gewalt ist absolut inakzeptabel in unserer Demokratie. Der Täter muss streng bestraft werden”).
De Duitse minister van justitie, Marco Buschmann, had echter iets interessanters te vertellen, want hij informeerde ons over het motief van de dader. Buschmann spreekt van een “islamistisch” motief (“islamistisches Motiv”).
Buschmann maakt daarbij een onderscheid tussen islam en islamisme. Islam is dan de aanduiding voor een religie. Islamisme is de aanduiding voor een politieke vormgeving aan een religie. De islam heet Buschmann welkom in Duitsland (“gehört zu Deutschland”). Maar het islamisme, de politieke vormgeving, de ideologie die zich op de islam baseert maar daar toch niet identiek mee is, is niet welkom. Verder zegt hij over duidelijke aanwijzingen te beschikken van de islamistische motieven van de dader. Ataee’s geweldsdaad kan begrepen worden vanuit zijn islamistische gezindheid.
Van dawa tot jihad
Buschman geeft hiermee eenzelfde diagnose van het islamistisch geweld als de Nederlandse veiligheidsdienst AIVD presenteerde in 2005: in het rapport From dawa to jihad. De titel betekent: van prediking naar gewelddadige actie. Het duidt op het proces van radicalisering waarin individuen en gemeenschappen kunnen komen te verkeren en dat kan resulteren in de bereidheid tot gewelddadige actie.
Het is nu relevant dat we die “jihad”, het laatste deel van de titel van het AIVD-rapport, nog iets meer inkleuren. Het woord “jihad” betekent een heilige oorlog. Het woord kan verwijzen naar een inspanning die kan worden gezien als een geestelijke inspanning, maar ook naar het plegen van geweld, gewelddadige actie.
Dat laatste is natuurlijk hier van belang. Sulaiman pleegde grof geweld (een mesaanval) ten aanzien van Stürzenberger, naar alle waarschijnlijkheid vanwege de islamkritiek die Stürzenberger wilde gaan geven op dat plein in Mannheim bij een soort anti-islamisme manifestatie. Het was een manifestatie die was georganiseerd door Pax Europa, een organisatie die wil waarschuwen voor de radicale islam, het islamisme of de politieke islam. “Onze kritiek is niet gericht op moslims, maar tegen de politieke islam”, staat op een groot bord op het plein waar Stürzenberger zijn redevoering had willen afsteken.
Maar volgens het islamisme of de politieke islam is het niet geoorloofd kritische uitspraken te doen over iets dat de aanhangers claimen als deel uitmakend van de islamitische traditie. Hun wereldbeschouwing staat daarmee op gespannen voet met het recht op de vrijheid van expressie, maar ook met het recht van betoging (zoals hier op het plein in Mannheim). Ook achten radicale islamisten geweld geoorloofd wanneer demonstranten ingaan tegen hun voorschriften. In dit geval door middel van een mesaanval.
Scholz vs Buschmann
We zien in de commentaren van Scholz en Buschmann een niet onbelangrijk verschil in aanpak. Scholz kiest voor de traditioneel politiek correcte aanpak: alleen spreken van “geweld”, niet van de aard van het geweld waarmee men wordt geconfronteerd. De islamistische motieven van de dader worden buiten beschouwing gelaten. Dit is immers “niet nuttig”. Of “gooit alleen maar meer olie op het vuur”. Of: “kan leiden tot stereotypen over moslims in het algemeen”. Politici die zich door deze benadering laren leiden zijn “geschokt” bij een aanslag. Zij verklaren zich solidair met de slachtoffers. Zij noemen de aanslag “laf”. Zij roepen op tot verbroedering. Maar zij zeggen dus niet: “dit was overduidelijk een islamistisch geïnspireerde aanslag en we gaan er alles aan doen om de islamitische ideologie te bestrijden”.
Buschmann breekt nu dus met die politiek correcte wijze van uitdrukken. Hij is minister van justitie in Duitsland. Hij is daarmee, net als onze ministers van justitie in Nederland, ook verantwoordelijk voor de veiligheid. Hij benoemt wat die veiligheid bedreigt: dat is de ideologie van het islamisme.
Het is misschien verhelderend om ook nog een enkel woord te besteden aan de aard van dat gewelddadig islamisme. Met name is het belangrijk dat we de radicaliteit van dat soort denken goed voor ogen hebben. Moeten we uit deze aanslag in Mannheim afleiden dat het islamisme het geoorloofd acht op islamkritiek te reageren met een mesaanval? Dus grof geweld om de criticus het zwijgen op te leggen? Dat is inderdaad de overtuiging van het radicaal islamisme waarnaar Buschmann verwijst. Buschmann beschikt kennelijk over informatie dat dit de opvattingen zijn van Sulaiman Ataee.
Khomeini’s fatwa als voorbeeld van islamistisch radicalisme
Het is voor westerse mensen moeilijk voor te stellen dat radicale islamisten kritiek op de islam met moord en doodslag willen beantwoorden. Toch is dat het geval. De grote ideoloog van deze acties is de Iraanse geestelijke Ayatollah Khomeini. Khomeini introduceerde deze in wezen terroristische strategie in 1989 tegenover Salman Rushdie. Hij vaardigde een doodsvonnis (fatwa) uit over Rushdie vanwege Rushdie’s islamkritiek (althans zo werd dat door Khomeini ervaren) in het boek The Satanic Verses (1988). Het is goed de tekst van de fatwa aandachtig door te lezen om je te realiseren hoe radicaal die opvatting is.
Het is in deze traditie dat Sulaiman zich gelegitimeerd moet hebben gevoeld geweld te gebruiken tegenover Stürzenberger. Dát is wat Buschmann waarschijnlijk bedoelt met zijn verwijzing naar een radicaal-isamistisch motief.
De komende dagen zal wel meer bekend worden over de motieven van Ataee. Maar ik heb slecht nieuws voor de onderzoeksjournalisten van onze kwaliteitskranten (NRC, Trouw, Volkskrant en AD). De kranten staan natuurlijk bol van de verhalen over de “extreemrechtse” overtuiging van Stürzenberger. En er is een oorverdovende stilte over de motieven van de geweldpleger waar de Duitse minister van justitie zo openhartig over spreekt. De Nederlandse politiek correcte pers volgt Scholz, niet Buschmann. De voor onze kwaliteitsjournalisten pijnlijke waarheid is dat een jihadist als Sulaiman waarschijnlijk geen onderscheid maakt tussen links of rechts. Een linkse schrijver als Salman Rushdie steken jihadisten of gewelddadige islamisten net zo gemakkelijk een mes in zijn nek (zoals Hadi Matar deed in de staat New York op 12 augustus 2022) als zij dat doen met een rechtse schrijver. Waar het om gaat bij mensen als Sulaiman is wat ik met een neologisme heb aangeduid als “theoterrorisme”. Zij zijn bereid terroristisch geweld te gebruiken als zij denken dat de naam van God wordt belasterd door critici à la Stürzenberger of Rushdie.
Paul Cliteur is de schrijver van Theoterrorism v. Freedom of Speech: from Incident to Precedent (2019): https://ap.lc/KuKd1