Welkom in Nederland, het land waar de democratie tot in de puntjes is geregeld – en de burger gelukkig niets in de melk te brokkelen heeft.
We hebben een koning. Niet gekozen natuurlijk, maar dat hoeft ook niet: hij is er gewoon, en dat al generaties lang. Hij leest wat hem wordt voorgekauwd, knikt vriendelijk op staatsbezoek, en zit als voorzitter van de Raad van State op het pluche van het machtigste adviesorgaan van het land. Oók niet gekozen, vanzelfsprekend. Democratie is immers te belangrijk om aan het volk over te laten.
De Tweede Kamer dan? Die speelt af en toe een toneelstukje voor de bühne, maar heeft haar tanden lang geleden laten trekken. In werkelijkheid is het een applausmachine voor het regeerakkoord – pardon, het “hoofdlijnenakkoord” – dat de coalitiepartijen vóór de start van de rit al volledig hebben dichtgetimmerd. Ruim vier jaar lang worden alle stemmingen netjes afgehandeld volgens dit draaiboek, met als hoogtepunt: fractiediscipline. Geen ruimte voor gewetens, kiezers of gezond verstand. De partij zegt springen, en de Kamer zegt: hoe hoog?
En alsof dat nog niet ver genoeg gaat, wordt het merendeel van de belangrijke besluiten gewoon genomen in Brussel. Daar schuiven ongekozen eurocommissarissen en anonieme ambtenaren de echte wetgeving door – van klimaat tot landbouw, van migratie tot begroting. Den Haag tekent, zwijgt en voert uit. Soevereiniteit is zó 20e eeuw.
Tegelijkertijd wordt elke vorm van directe invloed vakkundig gesaboteerd. Referendum? Afschaffen, te onvoorspelbaar. Burgemeester kiezen? Nee joh, dat regelt de partijtop onderling wel. Commissaris van de Koning? Nog zo’n cadeautje voor de kartelvrienden. U hoeft zich nergens zorgen over te maken – de achterkamertjes zorgen wel voor uzelf.
En terwijl u zich druk maakt over het dweilen van de stoep, bepalen instituten als de SER, planbureaus, lobbyclubs, rechters en klimaattafels wat er écht gebeurt. Sectorakkoorden, stikstofmodellen, pensioenakkoorden – allemaal zorgvuldig buiten het zicht van de kiezer gesloten.
De rechterlijke macht is ondertussen geëvolueerd tot een soort politiek verlengstuk: alles wat de burger niet mag beslissen, wordt gewoon afgedwongen via de rechter. CO2-uitstoot, woningbouw, landbouwbeleid – het staat in een vonnis, dus het is zo.
En als klap op de vuurpijl mag de burger elke vier jaar naar het stemhokje, waar de keuzes keurig zijn voorgekookt door de NPO, de grote kranten, en de gesubsidieerde debatindustrie. U kiest, maar alleen uit wat u is voorgelegd. Uw mening wordt serieus genomen – mits die past binnen het gewenste spectrum.
Kortom: Nederland is een democratie van de bovenste plank. Net echt. Maar dan zonder risico’s.