Een introductie tot de laffercurve.
Linkse partijen zien hun heil in het verhogen van belastingen. Ze geloven blijkbaar in het simpele denkbeeld dat het de staat meer geld zal opleveren. Deze onnozelaars zou ik graag een kleine les economie willen geven. Een introductie tot de laffercurve.
De laffercurve is vernoemd naar Arthur Laffer. Een groot Amerikaanse econoom die floreerde tijdens de regeerperiode van Ronald Reagan. Hij zette het belastingtarief uit tegen de belastingopbrengsten.
Hierboven zien we een zeer primitieve laffercurve. Stel dat er in een land een belastingtarief van 0% wordt gehandhaafd. Inkomens worden ontzien door de overheid. Heel eerlijk. Een ieder heeft dan beschikking tot de vruchten van zijn arbeid. Echter heeft de overheid dan geen geld om te besteden. 0% belasting heffen op een inkomen zorgt immers voor geen belastingopbrengsten. Op de horizontale staat het eerste groene bolletje in de grafiek.
Stel dat de overheid een belastingpercentage van 1% kiest. De overheid zal dan een klein bedrag binnen krijgen. Als de overheid een belastingpercentage van 2% gebruikt, dan zal de overheid een iets grotere belastingopbrengst krijgen. De belastingopbrengst zal bij deze belastingverhoging inderdaad steeds iets groter worden. Zolang we maar in het linkerdeel van de grafiek bevinden.
We gaan er nu vanuit de overheid het belastingtarief van 100% gebruikt. Stupide. Elke euro die nu wordt verdiend, moet meteen aan de overheid worden afgestaan. Ondernemers vluchten massaal het land uit, mensen blijven lui op de bank liggen en we zullen dus als natie een armoedig bestaan leiden. Er wordt geen werk meer verricht; het nationaal inkomen zal dus 0 bedragen. Daarover een 100% belastingtarief heffen, zorgt voor een opbrengst van 0. Een rood bolletje staat daarom op 0 inkomen; rechtsonder in de grafiek.
Ook bij een ander heel hoog belastingtarief wordt de prikkel tot werk en productie verminderd. De belastingopbrengst zal dan laag zijn; er zijn immers minder inkomsten waar belasting opgeheven kan worden. Het doortekenen van de grafiek laat dus het volgende zien:
De vraag waar economen zich dan ook graag mee bezig houden: waar ligt het opbrengstmaximaliserend toptarief? Op een zeker moment zullen de opbrengsten minder gaan worden.
Lange tijd werd gedacht dat bij een belastingtarief van 70% de top wordt bereikt (3). Een nog hoger tarief hanteren zou een lagere opbrengst voor de staat betekenen. In 2007 hebben David Romer en zijn vrouw Christina Romer (oud-voorzitter van het economisch adviesorgaan van Kabinet-Obama) groot onderzoek verricht naar de laffer curve. Waar ligt het punt dat hogere belastingen gaan zorgen voor steeds lagere opbrengsten?
Het stuk werd gepubliceerd in
The American Economic Review, één van de meest gerespecteerde economische wetenschapstijdschriften. Uit het onderzoek blijkt dat de top niet bij een belastingpercentage van 70% ligt. Het zou eerder in de buurt van 33% liggen (2). Een inkomstenbelasting van 33% zorgt volgens het echtpaar Romer (tevens beiden professor aan de Universiteit van Californië Berkeley) voor de hoogste belastingopbrengst.
Het onderzoek van echtpaar Romer is vooral van toepassing op de inkomstenbelasting in de Verenigde Staten van Amerika. Echter heeft het CPB hier een soortgelijk onderzoek verricht. Volgens de berekeningen uit
deze analyse is het opbrengstmaximaliserend toptarief in Nederland zon 49%. Elke verhoging van de inkomstenbelasting zou niet leiden tot meer, maar juist tot minder belastingopbrengsten.
In tegenstelling tot wat de laffercurve en het CPB-onderzoek ons aanraadt, willen de helden van PvdA, GroenLinks en SP belastingen blijven verhogen. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen kwam de Socialistische Partij zelfs met het plan om een toptarief te introduceren van 65%. Links wil niet luisteren. Belastingverhoging zorgt niet voor hogere belastingopbrengsten; het schaadt de economie alleen maar.