Econoom Frits Bosch blikt terug op zijn eigen tijd als student aan de UVA, en vergelijkt deze met de ervaring van studenten elders. "het algehele profiel van de Nederlandse universiteiten is fors links," memoreert hij. Het levert een verstikkend wereldbeeld op. Gelukkig weet Frits raad: "Tracht de ander niet te zien als oneerlijk of zelfs minderwaardig. Probeer serieuze argumenten van de ander dan ook serieus te nemen," zo houdt hij de lezer voor. Stel een gemiddelde collegezaal met 150 studenten sociale wetenschappen, bijvoorbeeld sociologie, antropologie of sociale economie. En je zou als docent aan hen vragen met handopsteken “wie rekent zich tot politiek links?” en “wie rekent zich tot politiek rechts?” Naar mijn inschatting zal de verhouding links versus rechts 90-10 zijn, inclusief de docent op links. Voor economie kan het op 80-20 uitkomen, maar voor andere sociale wetenschappen zal het richting 100% links zijn. Andere faculteiten sluiten zich bij de gangbare mening aan, veelal zonder interesse of benul wat hier sociaal speelt. Het zal ook per universiteit verschillen. Zo is Radboud Universiteit een gekend marxistisch bolwerk, terwijl de Rijksuniversiteit Groningen wat meer naar links van het centrum neigt. Maar het algehele profiel van de Nederlandse universiteiten is fors links.
De bekende Amerikaanse hoogleraar sociale psychologie, Etisch leiderschap aan de Stern School of Business van de University of New York Jonathan Haidt zegt in zijn recente boek “Het rechtvaardigheidsgevoel” en in zijn YouTube-video’s dat dit een “levensgevaarlijke situatie” is. Hij meent dat de universiteit niet langer een plek is waar op een onafhankelijke wijze gezocht wordt naar de waarheid, maar het is verworden tot een plek om de “maatschappij te veranderen,” dus in linkse richting. “Social justice”-activisten veroorzaken een cultuur die het openbare debat verstikt.
Wat is daarvan de diepere oorzaak? Haidt meent dat de mens niet alleen uit is op eigenbelang, maar ook een sociaal dier is, gericht op groepsvorming. Dat betekent dat in een collegezaal met 95% linkse studenten, een rechtse student stevig in z’n schoenen moet staan om qua visie te kunnen opboksen tegen die enorme meerderheid. Hij of zij heeft moeite om de oprechte mening te ventileren, wetende dat er een enorme oppositie is. Buitengewoon frustrerend voor de betreffende minderheid. Men wordt gemarginaliseerd, geminacht, want men beschikt over de verkeerde mening. Iedere psychologische proef toont aan dat het individu zich dan aansluit bij de overweldigende meerderheid, zelfs tot in het absurde aan toe.
Aldus staat de uitkomst van een debat vooraf al vast. Het debat slaat dood en wordt oninteressant. De universiteit is niet langer een plaats voor onafhankelijk denkwerk, het belichten van de problematiek, de clash tussen verschillende opinies, visies, gezichtspunten, these en antithese. Nee, het is verworden tot een plek waar koekoek eenzang heerst, een plek van één enkele visie, één gezichtspunt, één these.
Het gevolg is zowel logisch als desastreus. Wat de groep meent en gelooft wordt zo vanzelfsprekend correct. Het hoeft daarom niet bewezen te worden. Feiten doen er niet (meer) toe: het is gewoon waar, ‘we’ weten het intuïtief. Degenen die hierbij in de weg staan, zijn ofwel ongelooflijk dom, slecht geïnformeerd, simpelweg oneerlijk of minderwaardig (Marcel van Dam).
Een onthutsend voorbeeld van deze laatste kwalificatie kregen de lezers van Het Financieele Dagblad te zien toen de hoofdeconoom Mathijs Bouman in zijn Nieuwjaarsartikel in meerdere delen rechtse mensen met naam en toenaam vergeleek
met stront en rioolwerkers:
I kid you not. Bouman meent dat hij zich dit kan permitteren, want links heeft per definitie gelijk en een ieder die dat anders ziet zijn volgens hem ‘strontwerkers.’ Cancelcultuur ten top.
De universiteit heeft met deze groepsvorming haar fundamentele functie van zoeken naar waarheid ondergraven. De voorbeelden zijn legio, zoals ikzelf ondervonden heb aan de UvA. Als een groep de overweldigende meerderheid heeft dan kan deze groep zich niet meer voorstellen dat men tot andere conclusies kan komen dan die van de groep. Haidt: “Mensen horen enkel wat ze willen horen.” Dat is correct. Ook al zijn de contra-argumenten nog zo sterk, de groep wil het niet horen. Linkse Amerikanen vinden Jonathan Haidt niet zo aardig, want hij claimt een ‘traditional liberal’ te zijn. Hij is dus een van hen die hen hardhandig erop wijst dat ze bezig zijn op de samenleving te ondermijnen.
We kunnen het ook zien als een welbegrepen machtsspel. De groep behoeft contra-argumenten niet te overwegen, want zij bezit de macht, dus het gebeurt wat de groep wil, hoe dan ook. “We doen alsof we u horen, maar we drijven gewoon onze zin door, want wij hebben de touwtjes in handen”, onuitgesproken. Levensgevaarlijk. Als de groep de verkeerde richting inslaat (zoal ex post blijkt) dan kan enkel nog de wal het schip keren. Er is dan geen “halt, keer om” meer.
Ik meen dat we in Nederland al decennia in een samenleving verkeren waar de balans tussen links en rechts ongezond verstoord is. De balans helt al sinds decennia naar links door. Ik zal nu niet weer ingaan op de Lange Mars door de Instituties, maar het gevolg is dat wat rechts zegt sowieso verkeerd is, dus negeer het en verketter het. Dat kunnen we ook doen want “wij” hebben de macht.
Haidt zegt eigenlijk niets nieuws. We weten het al zo lang. Nederlanders slaan zich op de borst voor onze consensuscultuur en ons meerpartijenstelsel. Maar in de VS heerst veel meer balans tussen links en rechts dan hier. En rechts wordt aldaar gehoord met wisseling van de politieke macht.
Wat is hier te onzent aan te doen? Hoe kan het debat nog gevoerd worden zonder cancelcultuur? Haidt raadt ons aan het gesprek aan te gaan met iemand buiten je groep. Tracht dan niet meteen een heikel onderwerp aan te snijden. Toon oprechte belangstelling en zoek naar dingen die je gemeen hebt. Dan heb je een basis om over morele en politieke zaken te spreken.
Goed advies dunkt me. Ik vul aan: tracht los te komen van wat je traditioneel altijd gemeend hebt als zijnde “correct.” Tracht de ander niet te zien als oneerlijk of zelfs minderwaardig. Probeer serieuze argumenten van de ander dan ook serieus te nemen, en negeer ze niet. Ga er op in. En als die argumenten hout snijden, probeer dan ook eens te zeggen: “je hebt gelijk!”