Angela Merkel heeft een compromis over de meerjarenbegroting van de EU voor de poorten van de hel weggesleept, door de onderhandelingen met Hongarije en Polen aan te gaan. Die blokkeerden een deal totdat Brussel het zogeheten rechtsstaatcriterium schrapte, wat nu effectief gebeurt is. We zien hier de zonsopkomst van een Duits-Poolse-Hongaarse as die de nieuwe toekomst van Europa inluidt, meent auteur Frits Bosch. Het compromis tussen Hongarije en Polen aan de ene kant, en de rest van de EU aan de andere kant, wordt als een grote overwinning gevierd in de Hongaarse hoofdstad Boedapest en de Poolse hoofdstad Warschau. De nieuwe tot 2027 geldende begroting en het coronafonds zullen voorlopig losgekoppeld worden van een rechtsstatelijke toetsing.
Beide landen begrepen heel goed dat het rechtsstaatcriterium als politiek wapen tegen deze landen zou worden ingezet. In beide landen zijn er echte christendemocraten (geen linksliberale christendemocraten zoals de CDA hier te lande) en conservatieven aan de macht. Zij willen een ander Europa dan de links-liberalen die de toon aangeven in het Europees Parlement en in de West-Europese regeringen. In ieder geval een Europa dat niet langer zijn joods-christelijke wortels verloochent. Dat is het belangrijkste ideologische conflict dat speelt in de EU, zowel tussen landen als binnen landen.
Het rechtsstaatcriterium zou tegen deze landen moeten worden ingezet, zodat ook in deze landen linksliberalen de macht zouden kunnen overnemen. Toen dit ideologische conflict de begrotingsonderhandelingen dreigden te overschaduwen, hebben de Hongaars premier Orbán en zijn Poolse ambtsgenoot Morawiecki op de rem getrapt en het veto ingezet. De paniek was groot in Europa omdat de beoogde financiële operatie van Europa in naam van de coronacrisis mogelijk geen doorgang kon vinden. Europa voerde de druk op om deze landen toch overstag te krijgen. Er werd gedreigd met het intrekken van geld aan Hongarije en Polen.
Het siert het leiderschap van Orbán en Morawiecki dat zij niet hebben toegegeven aan de Duits-Brusselse intimidatie en hun poot stijf gehouden hebben. Dat konden beide landen ook doen omdat zij geen geld uit het coronafonds nodig hebben.
Anders dan wij denken zijn Polen en Hongarije inmiddels economisch zo sterk dat zij financieel niet aangewezen zijn op allerlei financiële reddingsfondsen en op de kapitaalmarkt hun tekorten kunnen opvullen. Vandaar dat de bondskanselier Angela Merkel er zelf aan te pas moest komen als Duits EU-voorzitter om dit compromis veilig te stellen. Het zal het laatste kunstje van Angela in de EU zijn geweest.
Polen en Hongarije zijn hier veel sterker uitgekomen, en de Europese links-liberalen onder leiding van premier Rutte hebben een gevoelige nederlaag geleden. Het was hun laatste wanhoopsactie om de conservatieve bolwerken Polen en Hongarije te blokkeren. De weg ligt nu open voor deze landen om over te gaan op een actieve exportatie van hun conservatisme, naar andere EU-landen waar het linksliberalisme door de coronacrisis op zijn laatste benen loopt. Verder hebben Polen en Hongarije laten zien dat zij een blok tegen het oppermachtig beschouwde
Duitsland kunnen zetten en in de toekomst een alternatief kunnen gaan vormen voor de Duitse-Franse as in de EU.
Wie had vóór Corona gedacht dat een Duits-Poolse-Hongaarse as de lijnen voor Europa in de toekomst weleens kan gaan uitzetten?