Gisteren gaf Arabist Hans Jansen in Leiden een lezing zoals we die van hem kennen: erudiet, helder en zoals zijn zoon dat zegt: met een hoge grapdichtheid voor een academicus. Maar de meest inspirerende boodschap was een spontane reactie op iemand in het publiek: We zijn niet bang voor de islam.
Een naar mijn oordeel goedbedoelende en welbespraakte islamitische jongeman droeg het standaard apologetische discours aangaande islam uit: de sharia is geen monolithisch begrip, de breedst gedragen betekenis van Jihad is die van spirituele verrijking en afkeer van zonden in plaats van die van een heilige oorlog, kwaadaardige islamitische bronteksten moeten in hun context gezien worden, u kent het ongetwijfeld.
Zijn betoog sloot hij af met de strekking: u maakt mensen bang voor de islam. Hierop reageerde Jansen met: Jongeman, u maakt een vergissing. Nederland is niet bang voor de islam. Maar veel Nederlanders vinden de leerstellingen van de islam abject en hebben medelijden met moslims die eraan onderhevig zijn.
In de trein terug begon het mij te dagen in hoeverre Jansen hierin gelijk had. Een van mijn dierbaarste vrienden is lid van het Korps Mariniers. Hij heeft mij een keer verteld hoe er in Defensie kringen aangekeken wordt tegen moslims die het nastreven op Westers grondgebied een islamitische soevereiniteit te bewerkstelligen. De houding varieert doorgaans tussen: dan komen ze het godverdomme maar halen ook en ik hoop dat ze ons een reden geven. Warempel, er klinkt inderdaad geen greintje angst in door, slechts vastberadenheid en actiebereidheid.
Het is fijn te weten dat onze
men of action, de vaandeldragers van het enig recht dat los van elk ideaal als een op zichzelf staande waarheid bestaat
het recht van de sterkste in ieder geval over de mentale daadkracht lijken te beschikken als er ooit geleverd moet worden.
Maar Defensie is in een rechtsstaat, gelukkig, onderworpen aan de civiele politiek.
Heeft de huidige politieke generatie het in zich te (laten) doen wat er gedaan moet worden als de situatie daar om vraagt? Dit weet ik niet. Ik heb altijd de grootste moeite de huidige politieke generatie van babyboomers en erfgenamen van de culturele revolutie van 68, waar de Pronks nog altijd invloedrijk zijn, te taxeren op hun actiebereidheid jegens inherent agressieve actoren zoals de professionele voorhoede van de islam. Het is mijn generatie niet, en ik zal ze nooit volledig begrijpen.Echter, bij mijn eigen generatie heb ik een goede vinger aan de pols waar het draait om attitudes jegens de professionele voorhoede van de islam. En ik kan niet anders concluderen dan dat die attitude mij in toenemende mate bevalt. Deze stijgende lijn verklaar ik simpelweg uit bewustwording. Het wordt de jonge massas steeds duidelijker wat de professionele voorhoede van de islam wil, en hoe zij deze doelen willen bereiken.
De staatsmedia en relevante faculteiten doen op vaak passief agressieve wijze hun best dit te relativeren of censureren, maar het punt waarop de realiteit onder de tafel gehouden kan worden, is lang en wel gepasseerd. Gelukkig maar.
Ik maak het dagelijks mee dat brave psychologie studerende meisjes het roerend met me eens worden dat de inherent vijandige islamitische voorhoede aangepakt moet worden op een wijze die hen effectief marginaliseert of ontwapent. Wat is deze wijze? Ik wil het even niet over staatsrechtelijke mogelijkheden hebben, maar over wat men moreel rechtvaardig of acceptabel acht: cultuur i.p.v. wet.
Directe uitzetting wordt zonder enige aarzeling door zelfs de aller-braafste onderschreven. Maar ook het overgrote deel van de nette psychologie studentes, na een afdoende kennisname van de intenties en methodes van de professionele voorhoede, onderschrijft de hedendaagse toepassing van de Snouck Hurgronje methode: identificeer de grootste en meest invloedrijke haatzaaiers and make em disappear. Naar een strafkamp of een zeebodem, het lijkt ze eigenlijk om het even.
Dat zijn de meisjes. De jongens zijn een nog ander verhaal. Wat een maatschappij van een jongeman verwacht, is de afgelopen decennia aan verandering onderhevig geweest. Onze meer rechten dan plichten en alle culturen zijn gelijkwaardig staatsdoctrine heeft gemaakt dat zelfredzaamheid, maar vooral fysieke weerbaarheid, culturele weerbaarheid en fysieke daadkracht flink aan maatschappelijk aanzien hebben ingeboet.
Welnu, jongens blijven jongens. En jongens zijn vechters. Of een cultuur het nu verlangt of niet, jongens genieten van soldaatje spelen en fantaseren over strijd en overwinning. Doe je niets aan.
Wat ik merk is dat jongens van mijn generatie, na afdoende kennis te hebben genomen van de intenties en methodes van de professionele voorhoede, niet alleen niet bang zijn voor de confrontatie: ze kijken er eigenlijk naar uit.
Ik vind dit volstrekt invoelbaar. We zijn opgegroeid met epische verhalen over goed tegen kwaad, maar ons is wijsgemaakt dat wij in het einde van de geschiedenis leven en goed tegen kwaad iets uit het verleden is, een relikwie uit vervlogen tijden. Er is nu alleen nog anders tegen anders; kannibalisme is een kwestie van smaak, zeg maar.
Maar jongens zijn jongens, en eigenlijk verlangen wij naar een confrontatie met het kwaad, opdat wij ons, al is het maar heel even, de gelijken mogen wanen van hen die de geschiedenis in ons voordeel beslisten.
Ik weiger pertinent te geloven dat de beschaving die het Duitse Nationaal Socialisme, het Italiaanse Fascisme, het Japanse Keizerrijk en de Sovjet unie op de knieën kreeg, om vervolgens een man op de maan zetten, het af zou leggen tegen de professionele voorhoede van de islam. Het gaat gewoonweg niet gebeuren.
Jansen had volstrekt gelijk: we zijn niet bang. Laat ik me even direct richten tot de professionele voorhoede van de islam: als het er op aan komt, delven jullie het onderspit. Tegen die tijd, zijn wij ons allen bewust van jullie intenties en zullen we niet aarzelen kleur te bekennen. Wij zullen beëindigen wat jullie zijn gestart. Jullie hebben je echt zeer grondig verkeken. De generatie waartegen jullie de strijd moeten beslissen, is niet gelijk aan de generatie die ons land nu bestuurt. Wij zijn Generatie X-2.
Succes.