Een gastbijdrage van Dick Thoenes.
Het bedrijven van wetenschap is een moeilijke zaak. Niet alleen moet je soms erg ingewikkelde metingen doen om aan de gewenste informatie te komen, maar ook moet je uit de meetresultaten geldige conclusies kunnen trekken. En dat laatste is vaak nog moeilijker dan het eerste. Of dan na al deze arbeid de kennis inderdaad is toegenomen, is dan nog de grote vraag. Vaak blijkt bij nader onderzoek dat het allemaal niet echt klopt omdat we toch niet voldoende informatie hadden en dat we dus eigenlijk nog altijd niets weten. Onze wetenschap is dan niet-wetenschap geworden.
Wat we willen weten betreft als regel zowel correlaties als oorzakelijke verbanden tussen bepaalde gebeurtenissen en mogelijke gevolgen. Met correlaties bedoelen we dat een bepaalde gebeurtenis vaak samengaat met een bepaald gevolg. We noemen dat een coïncidentie. Met oorzakelijke verbanden bedoelen we kunnen aantonen dat een gebeurtenis inderdaad een bepaald resultaat tot gevolg heeft. Dat is dan een theorie. Die geeft een verklaring die kan leiden tot begrip. Deze twee dingen zijn niet hetzelfde!
Opmerkelijk is dat sommige mensen alleen een correlatie belangrijk vinden, terwijl anderen juist het oorzakelijke verband willen zien. Let wel dat een coïncidentie niet wijst op een oorzakelijk verband, maar een bewijs van de theorie vereist ook een coïncidentie. Je hebt dus beide nodig.
Vaak zien wij in de krant berichten van de volgende strekking Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat...... en dan volgt een of andere dramatische conclusie. Wanneer je er dieper induikt, blijkt dat deze conclusies in meer dan de helft van de gevallen statistisch twijfelachtig zijn. Berichten over vermeende schadelijkheid of gezondheid van bepaalde toevoegingen aan de voeding zijn dan ook dikwijls onbetrouwbaar. Dat komt al in de eerste plaats omdat men als regel werkt met te kleine testgroepen. Bovendien is het experimenteel erg moeilijk om de schadelijkheid van stoffen in de voeding aan te tonen, omdat ons lichaam uit de voeding die het binnen krijgt de beste stoffen selecteert en de minder geschikte uitscheidt.
Veel van wat we in de krant lezen onder wetenschap mag in feite deze naam dan ook niet hebben. Het is maar al te vaak niet-wetenschap. We weten niet wat we denken te weten. Maar dat ontgaat velen.
Maar dan kan er bovendien nog een soort sneeuwbaleffect in gang gezet worden: kranten nemen de verontrustende berichten van elkaar over, de koppen worden steeds groter (sensatie betaalt), en dan gaan actiegroepen en uiteindelijk politici zich erover uitspreken. Er ontstaat een nationale rel, die in feite op niets gebaseerd is.
Wetenschappers proberen wel eens tussenbeide te komen door aan te tonen dat er geen werkelijk probleem is, maar naar hen wordt dan al niet meer geluisterd.
Nog gekker wordt het wanneer de verontrustende berichten geen enkele fundering blijken te hebben, zoals de recente berichten dat leukemie veroorzaakt zou kunnen worden door de aanwezigheid van hoogspanningsleidingen. Dat is volkomen uit de lucht gegrepen, maar zon bericht gaat dan toch een eigen leven leiden. De waarheid wordt dan al niet meer relevant gevonden.
Soms gaat het ook helemaal fout wanneer men probeert toekomstige gebeurtenissen of toestanden te voorspellen, op basis van wetenschap. Dat kan eigenlijk alleen maar goed in de astronomie en vooral betreffende het zonnestelsel: we kunnen toekomstige zons- en maansverduisteringen goed voorspellen, evenals samenstanden van planeten. In onze kranten zien we echter maar al te vaak voorspellingen op demografisch, sociologisch en economisch gebied. Dat kunnen nooit meer dan verwachtingen zijn en dat zou men er duidelijk bij moeten vertellen. Dat doet men als regel niet.
Hoe vaak lezen we niet dat bijvoorbeeld over twee jaar het BBP met zoveel procent zal zijn gestegen. Dat kan niemand weten, want er zitten in die voorspelling teveel onzekere aannames. Dergelijke voorspellingen maken gebruik van economische modellen, die net zo onbetrouwbaar blijken te zijn als klimaatmodellen. Men zou er dus bij moeten zeggen op welke aannames de modellen zijn gebaseerd, maar dat doet men meestal niet.
We moeten hierbij ook bedenken dat er belangrijke verschillen bestaan tussen deterministische en complexe systemen. Deterministische systemen gedragen zich op een voorspelbare manier (vrijwel alle machines behoren daartoe) maar complexe systemen kunnen zich vaak chaotisch gedragen. Als aan zon systeem iets verandert gebeuren er allerlei dingen tegelijk, met onderlinge terugkoppelingen, zodat je niet meer kunt nagaan wat er uiteindelijk zal gebeuren.
De macro-economie en het wereldklimaat zijn voorbeelden van complexe chaotische systemen. Dit geldt ook voor de processen in het inwendige van de zon. Hierbij lopen we aan tegen de grenzen van voorspelbaarheid. We weten nu bijvoorbeeld dat we plaatselijke weersomstandigheden niet kunnen voorspellen over een periode van 10 of meer dagen. Lange tijd dacht men, dat wanneer je maar voldoende meetstations en voldoende supercomputers zou neerzetten, we dan het weer over steeds langere perioden zouden kunnen voorspellen. Dat is gebleken niet zo te zijn.
Dit soort zaken stemmen ons tot bescheidenheid. Er zijn heel veel dingen die we zouden willen weten maar die we niet kunnen weten. Helaas zijn er vele wetenschappers, journalisten en politici die doen alsof de toekomst van de wereld maakbaar is, alsof wij mensen alles in de hand hebben. We hoeven maar aan bepaalde knoppen te draaien en het heil komt vanzelf. Dat is vooral in de moderne politiek een gebruikelijk uitgangspunt. Maar dat is volgens mij principieel onjuist. Politici willen bijvoorbeeld door bepaalde maatregelen de werkloosheid verminderen of de opwarming van de aarde binnen de perken houden. Maar dat kunnen we niet.
Er zijn in onze samenleving allerlei legendes ontstaan, op het gebied van gezondheid, energie, klimaat, economie, enz. die in feite niet gebaseerd zijn op wetenschap maar die toch algemeen aanvaard worden als waarheden. En er zijn steeds meer websites waarop onverantwoorde quasiwetenschap wordt verspreid.
Het is belangrijk dat we inzien dat we van veel zaken die wij beschouwen als algemeen bekende waarheden, niet weten of ze werkelijk waar zijn. Het kan zijn dat bepaalde opvattingen gebaseerd zijn op intuïtie en dat later zal blijken dat die toch kloppen. Dat is altijd mogelijk, maar wij weten het niet.
Aldus Dick Thoenes.
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen, zie
hier.