In een vorig artikel heb ik het probleem van de "sustainability" van de staatsschulden aangekaart.
Schulden die in de zwakke lidstaten van de eurozone tot ver boven de 100% van het GDP, het totale jaarinkomen van die lidstaten, komen en de financiële gevolgen ervan voor die landen. Zelfs in de eurozone als geheel komt het percentage dicht bij die 100%. Het wereldforum waarschuwt voor uit de hand gelopen non-sustainable staatsschulden als probleem nummer één voor de wereld, fataal voor de ontwikkeling van de economie.
Wat non-sustainable inhoudt is een vrij ingewikkeld vraagstuk. De ECB heeft er eind 2011 een studie aan gewijd waarin de staatsschuld van alle kanten tegen het licht werd gehouden. Er bestaan ettelijke methodes om de grenzen van de hoogte van die staatsschuld tot een voor de economie desastreus niveau wordt bereikt te berekenen en alle werden in die studie belicht. Het eindoordeel (overigens op niet al te begrijpelijke gronden) werd door de onderzoekers bepaald op die 60% die al sinds het verdrag van Maastricht in de EU als bovengrens werd aangegeven, en zoals bekend, vrijwel onmiddellijk werd geschonden. Een percentage dat sterk afwijkt van de werkelijkheid nu.
Nu zijn er nog al wat technieken om de gevolgen van die non-sustainability kunstmatig te beinvloeden. De FED en de ECB zijn daar buitengewoon bedreven in gebleken. Een staatsschuld, zoals alle schulden heeft twee kanten: het aflossen van de schuld en de rentebetaling erover. Vooral die rentebetaling is voor de actuele financiële situatie van belang. Is de rente zo hoog dat die de liquiditieit en op de langere duur de solvabiliteit van een land bedreigt dan zijn de rapen gaar. Een land is dan niet meer in staat aan zijn verplichtingen te voldoen en zou dan, als het om een bedrijf zou gaan, failliet zijn. Het is dus zaak die rente zo laag mogelijk te houden. Dat is de taak van de ECB in de eurozone en de FED in de USA.
Grof gezegd hebben zij twee wapens, het rentewapen en wat tegenwoordig bekend is onder de naam QE, Quantitative Easing. Doordat de centrale banken, de ECB en de FED hun rente laag houden, kunnen ook de banken tegen lage rente lenen en uitlenen en zo blijven de rentes op de staatsleningen ook laag en dus de rentebetalingen kunstmatig laag. Het sustainability niveau wordt zo kunstmatig opgeschroefd. Als dat wapen niet doelmatig genoeg blijkt te zijn wordt het zware geschut in stelling gebracht, op grote schaal door de FED en in mindere en verholen mate door de ECB (en in extreme mate door Japan). Door staatsobligaties op de secondaire markt (dwz niet rechtstreeks bij de obligaties uitgevende landen) op te kopen met nieuw gecreëerd geld wordt eerstens de yield (= de te betalen rente op die obligaties) beperkt en dus de sustainability voor de betrokken landen verhoogd en tevens de geldhoeveelheid door dat nieuw geschapen geld op de open markt vergroot. Zo wordt het probleem tijdelijk opgelost want de liquidity wordt wel verhoogd maar het gevaar van insolvency wordt des te groter. Maw het probleem wordt op de lange baan geschoven.
Door die grotere geldhoeveelheid ontstaat theoretisch voor de banken (die over het algemeen die obligaties houden en verkopen) ruimte om meer krediet aan bedrijven te verlenen. Helaas is dat niet erg winstgevend door die door de centrale banken laaggehouden rente en het risico van lenen aan het bedrijfsleven mede in aanmerking genomen. De banken kunnen dus niet veel doen met die enorme geldhoeveelheid die elke maand (85 miljard dollar voor de FED, nu teruggebracht tot 75 miljard in het kader van de de tapering, het afbouwen van die maandelijkse geldinjectie), binnenkomt.
Dus zien we dat bijvoorbeeld Duitsland bij het uitschrijvingen van leningen nog geld toe krijgt, een negatieve rente, om dat geld maar veilig te stallen. Ook de risicovolle landen kunnen lenen tegen een redelijk percentage want de ECB garandeert de lening. Het is voor de banken dus beter lage rentes maar 100% zekerheid te accepteren en hun nieuwe geld dan weer in staatsobligaties te beleggen. Voor het bedrijfsleven wordt het door deze ingrepen extra moeilijk om krediet te krijgen.
Er schuilt nog een groter gevaar in die maandelijkse geldinjecties met nieuw geschapen geld. Omdat er veel geld is is de rente laag en dus kunnen ook de "emerging economies" gemakkelijker geld lenen. Zodra zelfs maar het gevaar dreigt dat er getapered gaat worden, dus de maandelijkse geldinjecties verminderd , wordt dat geld al weer teruggehaald uit die nieuwe economieën met alle gevolgen daarvan. Die QE kun je eigenlijk vergelijken met een drugsverslaving: er is steeds meer nodig en afkicken gaat met rampen gepaard. Het IMF waarschuwt dan ook met overleg te werk te gaan met die tapering om niet de wereldeconomie te ontwrichten.
De ECB overweegt nu opnieuw met een geld injectie te komen: kortlopende leningen voor banken tegen een uiterst lage rente in de hoop dat die banken dan dat geld in de economie zullen investeren. De vorige keer dat dit plaats vond werd het geld door de banken weer snel in staatsleningen weggezet, minder winst maar meer zekerheid, nu zal dat weer gebeuren, waardoor weer een vals beeld zal ontstaan over de kredietwaardigheid van de zwakke landen. Ook ziet men een vlucht in aandelen, waarbij men kennelijk meer zekerheid denkt te vinden dan in de economie. Of de echte economie er van profiteert valt dus sterk te betwijfelen,
Een ander gevolg van de hoge staatsschulden voornamelijk in de economisch zwakke landen is dat de koopkracht daar zo sterk is afgenomen dat er deflatie onstaat terwijl in de andere lidstaten nog van redelijke inflatie sprake is (zie tabel). Ook deze neiging tot deflatie poogt de ECB door renteverlagingen, goedkope leningen (en wellicht opkoop obligaties) te bedwingen, Ervan afgezien dat dit symptoom bestrijding is en geen oplossing voor het economische probleem is het voor de sterkere landen in het geheel niet nodig en vreest met name Duitsland (met de Weimar republiek nog vers in het geheugen) dat dit geld inpompen tot een niet te beteugelen inflatie zou kunnen leiden, Helaas is het one-size-for-all ook hier een zwaar nadeel, die lage renten en QE is noodzakelijk als steun voor de economisch zwakke landen, maar overbodig en zelfs nadelig voor de economisch sterkere.
Juist door die hoge staatsschuld in de zwakke landen kunnen die lidstaten niet door extra leningen een stimulans voor de economie scheppen, Vanaf het begin van de eurozone zijn de staatsschulden immers ongecontroleerd tot een gevaarlijk niveau opgelopen. Er is geen enkele rek meer. Nu nog meer lenen (boven die normale drie procent en de rest) zou de staatsschulden nog onbeheersbaarder maken.
Een mogelijk efficiënte oplossing zou zijn een opsplitsen van de eurozone in twee groepen waardoor met eigen munt de zwakke lidstaten kunnen devalueren en concurrerender worden als eerste stap op weg naar de afschaffing van de euro. Dat de vrijhandelszone daabij in stand moet worden gehouden is vanzelfsprekend. Een andere lijkt vrijwel onmogelijk; een zo sterk aantrekkende economie in alle lidstaten, gepaard aan een echte bezuiniging door de overheden (=lagere belastingen en minder overheidsuitgaven) dat er een zo groot begrotingsoverschot onstaat dat de staatschulden tot 60% worden teruggebracht. Een hobbelige weg van vele, vele jaren vol voetangels en klemmen. De rekening daarbij bij de belastingbetalers blijven leggen versnelt alleen maar de onvermijdelijke eurobrede terugloop van koopkracht, devaluatie, armoedeval en zacht gezegd ontevredenheid.
Om te besluiten, in die ECB studie over de sustainability werden grafieken getoond waarin die staatsschuld in enkele jaren tot 60% terugliep. Op papier dan wel. Hoe dat in de harde werkelijkheid te werk zou gaan werd wijselijk niet vermeld. Papier is geduldig, de praktijk weerspannig.
Après nous le deluge, hoe goed van toepassing in deze tijd en niet alleen op Frankrijk.
bron: eurostat