Mensenrechtenorganisaties draaien momenteel op volle toeren door wat er gaande is in India. Daar hebben ze namelijk besloten om een volkstelling te doen. Daar zit natuurlijk een politiek motief achter, met verregaande gevolgen. In een arm land met meer dan een miljard inwoners een volkstelling doen is vragen om problemen. Belabberde administratie en infrastructuur, diverse volkeren, etnische spanningen en conflictgebieden (zowel binnen als buiten de landsgrenzen) maken het er allemaal niet makkelijker op. En toch deden ze er een poging.
Illegaal Inwoners moesten met documenten bewijzen dat hun familie tot voor 1971 Indiër was. Wie dat wel kon maar nog niet op de lijst stond, heeft mogelijk geluk. Sta je niet op de lijst of staat je naam verkeerd gespeld en kun je het tegendeel niet aantonen, dan slinken de kansen op verblijf. Zoals het er nu uitziet zijn ruim 2 miljoen
moslims in de noordoostelijke deelstaat Assam zwáár de pineut. Een aantal mensen sloeg op de vlucht of pleegde zelfs zelfmoord.
Politiek motief
Premier Narendra Modi van de hindoe-nationalistische BJP, schoot zichzelf in de voet. De volkstelling leidde ertoe dat miljoenen Bengaalse hindoes (hun eigen achterban) niet op de lijst stonden. Daar moest natuurlijk even snel een wetswijziging voor komen maar die geldt dan weer niet voor moslims.
Het lijkt er sterk op dat deze stunt te maken heeft met het schrappen van de autonomie van Kashmir, de enige deelstaat waar moslims een meerderheid vormen. De hindoe-nationalisten vrezen volgens mij een etnisch conflict dat zich niet beperkt tot Kashmir maar kan ontbranden in heel het land. Men lijkt zich in ieder geval niets aan te trekken van kritiek door mensenrechtenorganisaties.