Het Reformatorisch Dagblad meldde gisteren dat de rechtse partijen overwegen in de komende regeringsperiode over te gaan tot een fundamentele wijziging van het belastingstelsel. In plaats van het huidige meerschijvenstelsel zou een vlaktaks moeten komen. De invoering van een progressief stelsel van inkomstenbelasting vormde het sluitstuk van de twintigste-eeuwse linkse herverdelingsagenda. Maatschappelijk succes was zondig en moest dus zwaar belast worden. Door hard werken en geld verdienen te ontmoedigen, zou het platmakersparadijs bovendien onder handbereik komen. Aan die linkse maakbaarheidsagenda zou in een klap een einde worden gemaakt.
De politieke realiteit is dat de onderhandelende partijen niet al te veel zullen willen afwijken van de huidige koopkrachtverdeling. Een rechts kabinet dat openlijk aan denivellering doet, kan immers op een flinke portie linkse huilverhalen rekenen. Dat maakt een toch al lastige politieke operatie alleen maar lastiger. De effecten voor elke inkomensgroep zullen dus tot op de vierkante millimeter worden nagerekend en de kleinste afwijking zal met behulp van heffingskortingen of toeslagen worden weggepoetst. De hervorming zal dus waarschijnlijk niet alleen budgetneutraal maar ook inkomensneutraal zijn. Op korte termijn zou de winst vooral zitten in de in te boeken bezuiniging op het belastingambtenarenapparaat.
Op termijn zouden deze heffingskortingen en toeslagen (inclusief de hypotheekrenteaftrek) kunnen worden geschrapt, zodat uiteindelijk een 'schone' vlaktaks overblijft. Iedereen kan dan op de achterkant van een bierviltje zijn verschuldigde inkomstenbelastingen berekenen. Vervolgens zou het tarief stap voor stap kunnen worden verlaagd naar een niveau dat ons land werkelijk competitief zal maken in de westerse markt.
Van alle voorstellen die momenteel besproken worden, zou de vlaktaks met voorsprong de meest revolutionaire zijn. Om je vingers bij af te likken, inderdaad.