Socialisme maakt mensen minder vrijgevig, kopte Michael van der Galien op DDS. Die uitspraak was gebaseerd op de bevinding dat in het voormalige Oostblok de animo om voor goede doelen te geven laag is. Dat komt volgens Galien door het staatssocialisme dat in die landen (tot 1990!) heeft bestaan.
Onder het staatssocialisme wordt een cultuur gecreëerd dat doneren onnodig is omdat de staat al voor de minder bedeelden zorgt. Of dat inderdaad de verklaring is voor de geringere bereidheid om te geven in het voormalige Oostblok is niet bij voorbaat duidelijk. Er kunnen andere redenen zijn. Als de inkomensongelijkheid klein is, bijvoorbeeld, is er ook geen noodzaak om te geven aan de behoeftigen, want die hebben al ongeveer hetzelfde als de donor. Of, als er wel inkomensongelijkheid is, zou het kunnen dat er maar weinig rijken, maar heel veel armen zijn. Die paar rijken zijn misschien heel erg bereid te geven, maar dat legt niet veel gewicht in de schaal bij heel veel armoede. Het kan ook zijn dat de kerk veel aan bestrijding van de armoede doet, zodat er voor de gelovigen weinig reden is nog iets aan goede doelen af te staan.
Kortom, er kunnen heel veel redenen anders dan het vroegere staatssocialisme zijn waarom de vrijgevigheid in Oost Europa gering is. Maar laten we voor het gemak aannemen dat het socialisme (wat dat dan ook precies moge zijn) mensen minder vrijgevig maakt. Dan nog kunnen er twee nuanceringen op deze stelling worden aangebracht. De eerste nuancering is dat als de staat de armenzorg op zich neemt, dat nog niet wil zeggen dat de donaties van particulieren één op één verdwijnen. De omvang van de donaties kan afnemen, maar er blijft altijd een minimale bereidwilligheid om te geven over. Dat betekent ook omgekeerd dat als de overheid zich niet langer het lot van de behoeftigen aantrekt, dit niet automatisch wordt opgevuld door particuliere initiatieven. Als de overheid van de ene dag op de andere de welvaartsstaat opheft, zal er een gat vallen in de ondersteuning van de onderkant van de samenleving. We gaan wellicht weer terug naar de armenhuizen van vroeger waar de armen min of meer werden vastgezet. Dan hebben we het nog niet eens over de negatieve economische effecten op de bestedingen die een dergelijke terugval zou veroorzaken. Een van de voordelen van de welvaartsstaat, dat door herverdeling de bestedingen min of meer op peil worden gehouden zodat een crisis niet tot desastreuze economische effecten leidt, verdwijnt dan.
Er komt nog iets bij. Uit onderzoek blijkt ook dat als mensen op een of andere manier beloond worden voor hun donatie, zij juist minder altruïstisch kunnen worden. Er zijn diverse experimenten geweest waarbij bloeddonoren betaald werden voor de afgifte van hun bloed. Het invoeren van betalingen had een negatief effect op de kwaliteit van de donoren. De donoren die door de betalingen werden aangetrokken hadden niet altijd zuivere bedoelingen en, erger, ook niet altijd zuiver bloed. Donoren die bloed gaven uit puur altruïstische motieven trokken zich juist terug omdat ze de betaling als een aantasting van hun onbaatzuchtig gedrag zagen.
Die laatste bevindingen zijn niet zonder bestrijding gebleven, zeg ik er maar eerlijk bij. Toch durf ik wel de stelling aan dat als het om altruïstisch gedrag gaat het neo-liberale vrije-markt denken als een achterlijke politieke ideologie/theorie bestempeld kan worden.
Harrie Verbon (zie voor meer discussie: http://harrieverboneco.blogspot.nl/ en http://www.harrieverbon.nl/)