De D66-onderwijsminister van het kabinet Rutte 3 wordt ogenschijnlijk steeds minder populair. Niet alleen krijgt ze kritieken vanwege haar niet-beargumenteerde adoratie van de adviezen van commissie Van Rijn vanuit de universitaire wereld, maar wil ze ook de Nederlandse Canon wijzigen. Dat laatste was voor Martin Bosma (PVV) voldoende om te spreken over de 'SylvanaSimonisering van de Nederlandse geschiedenis', via de Telegraaf.
De zogeheten Canon vormt de basis voor hoe de Nederlandse geschiedenis op scholen wordt behandeld en is dus van invloed op het beeld dat jongeren krijgen van het land waarin zij wonen. Aanleiding voor de kritiek vanuit de Kamer is de Kamerbrief van de D66-minister waarin ze ervoor pleit het historische anker over een andere boeg te gooien. Ze ontvangt nu terechte kritiek op het plan: laat docenten en onderwijsinstellingen zélf meer invloed krijgen op de ontwerp en de inhoud van de curricula.
De partijen VVD, PVV, CDA, SGP en FVD waren eensgezind in hun oordeel dat het opzetten van een commissie om de Nederlandse Canon te wijzigen 'een stap te ver' is. Thierry van Aartsen (VVD) was van mening dat zo'n taak niets is voor de onderwijsminister: "laat dat over aan geschiedkundigen”.
Heel anders kijkt de partij van Rob Jetten er tegenaan zo vindt Salima Belhaj (D66) dat er juist méér aandacht moet worden besteed aan zaken zoals slavernij:
"Mensen geven aan dat zij zich niet in de Canon herkennen. We moeten juist kijken of minderheden zich er ook in kunnen herkennen. Ik pleit voor al die mensen die daar naar snakken. Ik sta voor progressieve krachten."
Als we Belhaj haar zin geven betekent dit dat we elke vijf jaar de Canon wel kunnen wijzigen. Immers verandert de demografische samentelling altijd. Er zijn altijd mensen die zich 'niet herkennen in de Canon'. Zullen we geschiedenis maar gewoon aan docenten overlaten? Lijkt mij wel zo verstandig...