Zoals onze eigen Willem Jan eerder al
opmerkte, is Turkije
boos op Rutte. De premier zei namelijk tijdens het debat over de regeringsverklaring dat hij een onderscheid maakt tussen een Turks en een Zweeds paspoort; niet op basis van de religie of huidskleur van de betrokken landen, maar op basis van de mate waarin zij hun onderdanen in het buitenland proberen te beïnvloeden.
Voor de Zweedse overheid geldt, aldus Rutte, dat zij zich verder niet bemoeit met Zweden in Nederland. Zij eist en vraag geen dingen van ze. Dat geldt echter niet voor Turkije. Dat land onderhoudt nauw contact met de Turkse gemeenschap in Nederland, en een Turks paspoort komt met bepaalde (grondwettelijke) plichten.
Daarom zou Rutte, als een kandidaat-staatssecretaris een Turks paspoort had, langer nadenken over de vraag of dit een probleem was dan als het om de Zweedse nationaliteit ging.
Rutte heeft hierin gelijk. Je kunt geen onderscheid maken op basis van religie, huidskleur, etc., daar zijn we het allemaal over eens. Maar op basis van beïnvloeding is een heel ander geval. Het is volstrekt logisch dat hier anders tegen aan gekeken wordt. Dat wil niet zeggen dat ik het hiermee eens ben - ik vind dat iedere staatssecretaris en minister maar één nationaliteit moet hebben, namelijk de Nederlandse - maar onredelijk is het zeker niet.
Wat dit verhaal interessant maakt is dat ik - ik ben sinds een paar maanden woonachtig in Turkije - met verschillende Turken heb gesproken over deze controverse, en de reactie is tot nu toe unaniem geweest dat men het met mij eens is: als kabinetslid behoor je maar één identiteit te hebben. Zo simpel is het. Als je de Turkse nationaliteit niet wil opgeven (of de Zweedse, overigens), prima, maar dan kun je geen staatssecretaris of minister zijn. Dat is, zijn mijn Turkse vrienden het met mij eens, normaal en absoluut niet controversiëel.
Ik stel dus voor dat Rutte en Wilders per direct met een voorstel komen om maar één identiteit toe te staan voor kabinetsleden: daar staat Turkije vast positiever tegenover. En als dat niet geldt voor Ankara, dan wél voor Turkse burgers (in het moderne westen van het land); die lijken over meer gezond verstand te beschikken dan hun overheid.