Op de verschillende social media was tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te zien hoe stemmen hip is geworden. Goed volk stemt, beter volk laat weten dat ze gestemd hebben. De #Stemfie was geboren. Politiek is in Nederland sinds de opkomst van de LPF onder Pim Fortuijn meer en meer gaan leven onder het volk. In alle lagen van de bevolking is men tegenwoordig politiek geëngageerd en interesse in het bestuur van ons land is voor een steeds grotere groep Nederlanders verworden tot een soort fashionstatement.
Aanhangers van partijen lijken steeds meer op groupies en fans, hebben partijlogos in hun Twitter-profiel, verafgoden politieke kopstukken en identificeren zich steeds minder als individu en steeds meer als links of rechts. Hiermee lijkt ook elke vorm van objectivisme te zijn vergaan. Want als je rechts bent dien je alles en iedereen wat links is te verachten en vice versa. Terwijl de werkelijkheid is dat de één de ander nodig heeft om een gezonde balans te vinden tussen het zakelijke en het sociale.
U heeft allemaal gestemd hoop ik? Netjes als de brave burger die u bent het hokje ingelopen en uw invloed op onze democratie uitgeoefend? Dat is maar goed ook, want anders moet je ook niet zeuren de komende jaren. Niet stemmen wordt door velen gezien als een automatische diskwalificatie van deelname aan het publieke debat. Want wie niet stemt doet niks om verandering teweeg te brengen en dient dus te zwijgen, is de logica. Een absolute drogreden, aangezien in deze stelling wordt uitgegaan van het feit dat stemmen ook daadwerkelijk invloed uitoefent op het uiteindelijke beleid in ons land. Die stelling is op z'n minst discutabel, des te meer wanneer we het hebben over de nationale verkiezingen.
Een stem dient om vast te stellen wie de burger dient te gaan vertegenwoordigen. De stemgerechtigde maakt een beslissing op basis van partijstandpunten en verkiezingsbeloften, ervan uitgaand dat de verkozen staatsman en partij zich houden aan de door hen geschapen verwachtingen. Maar in ons politieke polderlandschap blijkt rechtlijnig beleid voeren en trouw blijven aan de partijprincipes erg moeilijk. Het breken van verkiezingsbeloften of opgeven van speerpunten binnen een dag na de verkiezingen is geen unicum meer. Puur en alleen voor het eigen gewin, maar onder het mom van compromissen sluiten, waarmee het vertrouwen in de politiek dan ook terecht slinkt en slinkt.
Dus, wanneer onze verkozen bestuurders geen respect meer tonen voor het proces van democratische verkiezingen door bewust kiezers voor te liegen om in de macht te blijven, wat betekent dat dan voor de waarde van het stemrecht? Wanneer het pacifistische GroenLinks voor oorlog in Afghanistan staat, de liberale VVD respressief beleid voert en de Partij van de Arbeid doelbewust zich op minderheden en werkschuwen richt, hoe weet u dan nog welk beleid u steunt met uw stem? Het stemrecht is verworden tot een waardeloos zoethoudertje waarmee de illusie in stand wordt gehouden dat de macht bij het volk ligt. Terwijl in realiteit uw stem amper invloed heeft op het gevoerde beleid en politieke partijen met het grootste gemak landsbelang inwisselen voor partijbelang en persoonlijke ambities. Dan is uw stem dus ongeveer evenveel waard als het papier waarop u deze uitbrengt.