Nu de banken al tijden in een onzekere financiële positie verkeren en bovendien het bankenredbeleid is gewijzigd, wordt sparen bij een bank steeds risicovoller. Nu konden banken altijd al failliet gaan, vooral in tijden van crisis en zeker naarmate de fractionele reserve ratio sinds de 19e eeuw steeds kleiner is geworden (in de 19e eeuw was deze zo'n 50%, nu 10% of minder); maar in de huidige situatie, waar we niet alleen de grootste kredietbubbel uit de geschiedenis van de mensheid meemaken maar ook nog verzeild zijn geraakt in het grootste monetaire experiment ooit, is extra voorzichtigheid geboden.
Een deflatoir monetair stelsel, waarin zelfs eenvoudige spaarvormen als: 'geld in een oude sok stoppen' rendabel zijn, is op korte termijn niet te verwachten. Het meest veilge alternatief in een inflatoire setting: 'je centjes op een bank zetten en rente trekken', is weinig aantrekkelijk vanwege de lage rente die mogelijk lager is dan de inflatie zodat u er per saldo armer van wordt. Bovendien staan de meeste banken er niet al te florissant voor en hebben overheden nauwelijks nog buffers om die banken bij te springen. Of het depositogarantiestelsel uitkomst kan bieden als een paar banken tegelijk het loodje leggen, moet betwijfeld worden. Daarnaast zit u met de nieuwe bailin regels direct in de problemen zodra uw spaargeld boven de honderdduizend euro uitkomt. Een grensbedrag dat geen constante is en alleen maar verlaagd kan worden. Om nog maar te zwijgen over de effecten van een monetaire devaluatie.
We moeten dus op zoek gaan naar een manier om uw spaargeld te beschermen tegen al die onzekerheden. Sommigen zullen argumenteren dat goud voldoende bescherming biedt en ik vind zelf ook dat iedereen beslist wat fysiek goud moet hebben. Alleen is het de vraag of we er daarmee zijn. De prijs van goud vis á vis andere goederen kan behoorlijk fluctueren.
De permanente portefeuille
Harry Browne, oud-voorzitter van de Amerikaanse libertarische beweging, heeft hiervoor het idee van 'the permanent portfolio' gelanceerd. Hij adviseert twee portefeuilles aan te houden: een variable portefeuille, geschikt om risico's mee te nemen; en een permanente portefeuille, die vooral erop gericht is te behouden wat je hebt. Dat is nog niet zo eenvoudig want er kan een boel misgaan. Voor de permanente portefeuille onderscheid hij vier verschillende economische situaties: er kan voorspoed zijn; er kan tegenspoed zijn; er kan inflatie zijn; en er kan deflatie zijn. Combinaties van deze vier scenario's zijn mogelijk. Zowel voor- als tegenspoed kunnen samengaan met in- of deflatie.
Bij elk van de bovengenoemde vier situaties past een andere investering. In het geval van voorspoed dient u aandelen te hebben, in het geval van een recessie/depressie cash. In tijden van inflatie dient u goud te hebben en bij deflatie wilt u staatsobligaties omdat de rente dan laag zal zijn. Daar het vrijwel onmogelijk is aan te geven wanneer de ene periode begint en een andere eindigt, stelt hij voor alle vier de activa in gelijke hoeveelheden in te slaan: vier investeringen van 25% elk.
Vervolgens dient u de portefeuille elk jaar te balanceren. Balanceren betekent dat u de investeringen weer in evenwicht brengt met elkaar. Als bv goud wat gedaald is en de aandelen wat gestegen zijn, dan verkoopt u zoveel aandelen dat het aandelenpart weer 25% van uw permanente portefeuille vertegenwoordigt en u koopt zoveel goud erbij dat een kwart van uw spaargeld weer uit goud bestaat. U kunt de portefeuile elk jaar balanceren of een 15% - 35% bandbreedte aanhouden waarbinnen elke investering zich moet bevinden. Stijgt één van de vier delen boven de 35%, dan verkoopt u zoveel totdat het weer voor 25% deel uitmaakt van de portefeuille en daalt de waarde beneden de 15% dan koopt u bij tot 25%. De tweede manier van balanceren is wat minder tijd- en wat meer resultaatgebonden. De resultaten die verderop worden gegeven horen bij de methode die jaarlijks wordt gebalanceerd.
Op deze manier bouwt u posities op in investeringen die wat laag staan en u bouwt posities af in de activa die wat hoger staan. U gaat hier natuurlijk niet stockpicken, maar koopt een brede index. Ook de staatsobligaties dienen zo veilig mogelijk te zijn. Dit alles vanuit de gedachte dat eerder genoemde conjunctuurbewegingen elkaar afwisselen en opvolgen. De permanente portefeuille is daarmee congruent met de Oostenrijkse Business Cycle Theory.
Resultaten
Wat zijn de resultaten van dit idee? Wel, er zijn gegevens vanaf 1972. Vóór 1972 was de goudprijs niet vrij en zijn daar eigenlijk geen deugdelijke gegevens over te verkrijgen. Van 1972 tot 2011 heeft de Amerikaanse variant gemiddeld 9,7% per jaar gedaan. De eurozone van 1999 tot 2012 heeft gemiddeld 6,6% gedaan. Daar zult u op beide continenten de inflatie de baas mee zijn gebleven. Belangrijker echter is dat u bent beschermd tegen onverwachte gebeurtenissen. Zo heeft een Japanse variant van de permanente portefeuille van 1972 tot 2009 gemiddeld 6,3% per jaar gedaan en daar zit een hele grote bubbel en een hele grote crash bij ingebakken. Wat zou er bv gebeurd zijn met uw permanente portefeuille tijdens de Ijsland crash? Uit een backtest voor een Ijslandse variant van de permanente portefeuille blijkt dat u 46% gewonnen zou hebben. Overigens met name omdat de goudprijs uitgedrukt in Ijslandse kronen toen door het dak is gegaan. Over de periode 2003 tot 2009 zou u in Ijsland met een Ijslandse variant van de permanente portefeuille 16,8% per jaar gescoord hebben.
Risico's
Het belangrijkste probleem dat u gaat tegenkomen is consistentie. Er is altijd wel één van de vier poten van de portefeuille die het niet goed zal doen. Toch zult u daarvan moeten bijkopen. Ook als alle topeconomen en topanalisten u vertellen dat u dat beter niet kunt doen. Ook als u het ene negatieve bericht na het andere leest, u zult de methodiek met miltaire discipline moeten blijven spelen. Tegelijkertijd zult u delen moeten verkopen die het wel goed doen. Dit alles zal u niet meevallen.
Tevens zult u goed moeten letten op het zogenaamde tegenpartij risico. Dat is: wat gebeurt er als de bank of broker waar u uw activa heeft staan failliet gaat? Zijn uw spullen dan nog wel van u? U zult daar op moeten letten en de risico's voor u zo klein mogelijk moeten proberen te houden.
Is het te laat?
Misschien dat sommigen van u denken: moet ik daar nu nog aan beginnen? Ik denk het wel. Het gaat er immers niet om rijk te worden of een appeltje voor de dorst bijeen te sparen. Bij de permanente portefeuille gaat het in de eerste plaats erom te behouden wat u heeft. Met alle risico's die op de loer liggen, lijkt mij dat niet onverstandig. Testen hebben aangetoond dat de permanente portefeuille, zelfs in hoog volatiele situaties als in Ijsland, goed blijft presteren. Hetgeen vertrouwen schept.
Full disclosure: ik speel deze methode zelf niet.