Noord-Europa dreigt overstroomd te worden door werkloze Spanjaarden. Door de steeds hoger oplopende werkloosheidscijfers zoekt men zijn heil elders.
Vanochtend berichtte de Telegraaf dat Spanjaarden Nederlands aan het leren zijn om richting de lage landen te trekken. In 2011 nam het aantal emigranten vanuit Spanje met 70 procent toe. Het totaal aantal Spanjaarden in Nederland steeg zelfs met 80 procent. Dat klinkt indrukwekkender dan het is; het gaat nog steeds om het bescheiden aantal van 3000 mensen.
De Spaanse economie heeft een evident probleem. De vastgoedsector is totaal verziekt en heeft banken in haar val meegenomen. Om het hoofd boven water te houden is er dringend 54 miljard euro nodig, de schattingen van het totale benodigde bedrag gaan zelfs richting de 100 miljard. Spanje probeert zijn problemen zelf op te lossen, maar de kans dat er Brussels geld aan te pas moet komen, is levensgroot. Zoals u weet: Brussels geld is eigenlijk gewoon ons geld.
Tegelijkertijd slaan de problemen in Zuid-Europa door naar Noord-Europa. In de Noord-Europese landen is er al jaren een toenemend risico dat de onderklasse zijn werkzaamheden ziet verdwijnen. Deels wordt werk gerobotiseerd (productiewerk), deels weggedigitaliseerd (postbestelling) en deels overgenomen door goedkope arbeiders uit andere delen van Europa (bouw, kassen). Dat trekt niet alleen een zware wissel op het gezinsleven van de onderklasse, maar ook op de samenleving als geheel. Waar de onderste inkomens in de afgelopen eeuw zijn toegenomen en armoede een vrijwel onbestaand fenomeen is in Nederland, komt het zwaartepunt van werkloosheid meer dan ooit te liggen bij de onderkant. De roep om eenwegs-solidariteit neemt toe, de politieke flanken zwellen.
Een direct gevaar voor de staatsfinanciën zie ik niet. Netto-betalers werken in sectoren die niet blootgesteld zijn aan de bovengenoemde ontwikkelingen. Het minimumloon zorgt wél voor problemen. De intrede van Spanjaarden, naast de al aanwezige midden- en oost-Europeanen, maakt nog meer Nederlanders 'te duur'. Eerbare arbeid wordt het onderwerp van een meedogenloze concurrentiestrijd. Juist om die reden zou het verstandig zijn om de onderkant van ons belastingstelsel te herzien.
We hebben geen Polen, Roemenen, Bulgaren en Spanjaarden nodig als ze niet op prijs kunnen concurreren met de Nederlanders. Door de dreigende intrede van nog meer goedkope gastarbeiders, moet de inkomensgrens van de onderste schijf fors omhoog. Daarvan profiteert iedereen, ook de hoogste inkomens, maar het houdt in ieder geval de gastarbeiders nog even buiten de deur. Als dat niet gebeurt, lopen we een fors risico dat over tien jaar de hele onderklasse op de SP stemt. En dan zijn we al helemaal ver van huis.