In de politiek is men niet vies van elkaar voor van alles en nog wat uit te maken. Op die manier willen politici kiezers aan zich binden, want het helpt om een duidelijke politieke vijand te hebben. Kijk maar naar de jarenlange vete tussen Alexander Pechtold en Geert Wilders. Het heeft hen veel zetels opgeleverd. Sinds de laatste verkiezingen is er een links verbond en die heeft Mark Rutte uitgekozen als de nieuwe aartsvijand. Het verbond tussen de
SP-PvdA-GroenLinks heeft de oorlog verklaard aan 'het kapitaal'. Klassieke linkse retoriek, al is het maar de vraag of dat echt werkt in deze moderne tijd. Het gaat niet meer echt om kapitaal, maar om identiteit en migratie. Toch probeert dit verbond de klassieke arm-rijk tegenstelling weer te introduceren in het politieke discours. Lilianne Marijnissen, de leider van de SP, heeft gisteravond hard uitgehaald naar Mark Rutte. Ze noemt hem
'moreel corrupt' en beweert dat hij alleen maar opkomt voor zijn 'rijke vriendjes'.
Marijnissen zette de harde persoonlijke aanval in op een manifestatie van haar partij in Rotterdam aan de vooravond van Prinsjesdag. Ze hamert erop dat het kabinetsbeleid oneerlijk uitpakt en dat het tijd is voor „moraal” en „rechtvaardigheid.” Het vertrouwen van de samenleving in de politiek en de democratie staat op het spel, waarschuwt de SP-leider. Daarom wil ze onder meer dat Tweede Kamerleden voortaan moeten opgeven wat voor aandelen ze bezitten, zodat duidelijk is welke belangen ze hebben.
Net als GroenLinks-collega Jesse Klaver wil Marijnissen een maatschappelijke beweging op de been brengen om „de vijand in het Torentje” het hoofd te bieden. „Laten wij één front vormen”, zei ze voor enkele honderden aanhangers. Ze kijkt daarvoor naar haar collega’s van de andere linkse politieke partijen, maar bovenal naar burgers „die zijn opgestaan.”
Ik heb er een hard hoofd in. Volgens mij gaat dit niet lukken. Sterker nog, waarschijnlijk is dit de laatste poging vanuit klassiek-links om toch nog kiezers aan zich te binden. Een laatste opleving. Laten we het hopen.