In 2018 is een recordaantal keer een VOG aangevraagd. De Verklaring Omtrent het Gedrag is een bewijs dat een persoon in het (recente) verleden geen strafbare feiten heeft gepleegd die gerelateerd zijn aan het uitoefenen van een bepaalde functie. Scholen, instellingen en werkgevers screenen hiermee nieuw personeel en vrijwilligers. Maar is de stijging van het aantal aanvragen eigenlijk een goede zaak? Heiligt het doel de middelen of worden hierdoor groepen buitengesloten?
Zeker in branches waarin gewerkt wordt met vertrouwelijke gegevens, geld of kwetsbare personen, moeten werkgevers er zeker van kunnen zijn dat ze met betrouwbaar personeel werken. Bij de inzet van nieuw personeel of vrijwilligers kunnen ze daarvoor een VOG aanvragen. Deze wordt voor een persoon alleen afgegeven als hij of zij geen relevante strafbare feiten heeft gepleegd. Zo kan iemand in met een zedenverleden niet in een kinderopvang komen te werken, of iemand die veroordeeld is voor boekhoudfraude penningmeester ergens worden.
Vorig jaar zijn maar liefst 1,2 miljoen VOG’s aangevraagd. Een stijging van vijftien procent ten opzichte van het jaar ervoor. De afgelopen jaren is het aantal VOG’s dat wordt afgewezen stabiel tussen de 2.500 en 3.000. Uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum bleek het succes van de VOG. Toekomstige delictplegers worden geweerd, en bij mensen waarbij een VOG geweigerd was is het aantal criminele activiteiten met de helft gedaald.
Vanuit diverse hoeken klinkt echter kritiek op de screening. Dat het systeem niet waterdicht is, bleek al wel uit de misbruikzaak rond een Rotterdamse atletiekcoach. Uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam Bureau Beke is gekomen dat alleen al de sportwereld een doofpot voor seksueel misbruik is. Sportclubs- en bonden handelen meldingen van misbruik vaak niet goed af, bang om reputatieschade te lijden. De meldingen worden vaak afgedaan als informatieve meningsverschillen of incidenten die vooral niet naar buiten mogen worden gebracht.
Aan de andere kant wordt juist gevreesd dat de VOG-regeling ex-criminelen teveel afschrikt. Volgens onderzoek van criminologe Elina van 't Zand-Kurtovic ervaren jongvolwassenen met een strafblad een grote onzekerheid over een mogelijke uitsluiting van een maatschappelijke positie als vrijwilligerswerk, of een opleiding, stage of baan. Door de schaamte voor zichzelf en angst voor een persoonlijke afwijzing raken zij ontmoedigd en sluiten zij zich bij voorbaat al uit van arbeidsmarktkansen.
Enerzijds bestaat dus de angst de regeling te streng toe te passen waardoor mensen minder toekomstige kansen zullen hebben. Anderzijds wordt er juist gevreesd de regeling te soft toe te passen waardoor schuldigen nogmaals de fout in kunnen gaan. Ondanks het succes van de VOG-regeling, blijken er in de praktijk toch haken en ogen te zijn. Om deze te beoordelen, zal de WODC in 2019 de hele regeling evalueren.