Gisteravond maakte de immer ongeloofwaardige minister Ferdinand Grapperhaus bekend dat gemeenten strenger gaan controleren of winkeliers binnen de detailhandel zich wel aan de regels houden. Grapperhaus vindt namelijk dat winkeliers "creatief" omgaan met de coronaregels en dat moet nu maar eens afgelopen zijn.
Grapperhaus ‒ en in feite het gehele kabinet ‒ weet het weer mooi te spinnen: winkeliers maken 'misbruik' van sommige coronaregels, zij weten handig en creatief in te spelen op de wetgeving. De fout van deze artistieke omgang met wetgeving ligt volgens de minister bij de winkeliers, terwijl het kabinet toch écht zelf verantwoordelijk is voor het gekozen beleid.
Al maanden presteert het kabinet het keer op keer aan te komen met inconsistent beleid, of door simpelweg beleid in te voeren wat niet goed doordacht is. Wanneer het kabinet erachter komt dat hun beleid toch niet helemaal waterdicht is, mag Grapperhaus weer belerend de mensen toespreken dat iedereen en alles zich gewoon keurig aan de wet moet houden. "Aso's," en meer van dat soort termen worden dan genoemd.
Ditmaal zijn het de winkeliers die een klaagzang van Grapperhaus moeten aanhoren. Ook Hubert Bruls, voorzitter van het Veiligheidsberaad, was aanwezig op Grapperhaus' persconferentie om te benadrukken dat iedereen zich aan de regels moet houden:
,,Hoe meer wij ons richten op de regels, hoe eerder we uit deze crisis komen. Dit jaar zijn de feestdagen niet echt feestdagen. Heel veel mag niet. Je wordt er droevig van. Wij kijken of het vanaf 19 januari anders kan”
De boodschap van Grapperhaus is duidelijk, en het is te hopen dat men zich eindelijk eens aan de lockdownregels houdt, maar er zijn ook heel veel inconsistenties te vinden binnen de huidige coronaregels. Je moet dan ook niet gek op kijken dat ondernemers en winkeliers deze inconsistentie 'uitbuiten'.
En de laatste die het gezag zou hebben om er iets van te zeggen, is dan toch wel schoonmoederknuffelaar Ferd Grapperhaus.