Toen in de jaren negentig het internet opkwam, overheerste het optimisme over het bevrijdend potentieel van deze nieuwe technologie. Het web zou het individu in staat stellen het leven naar eigen voorkeuren in te richten en daarmee de overheid, met haar betuttelende regeltjes en conformerende voorschriftjes, het nakijken geven.
Nu is die voorspelling deels ook uitgekomen. Het gevecht om de zenderindeling heeft dankzij het web een hoog achterhoedegehalte. Winkelsluitingstijden zijn in de 24 uurswereld van het online winkelen en bankieren ook een achterhaald begrip. Maar de overheid zou de overheid niet zijn als ze het web niet ook voor haar eigen doeleinden zou aanwenden en daarbij de vrije samenleving grote schade berokkende.
In een doorgeschoten streven naar veiligheid hebben westerse overheden namelijk van het web een ernstige bedreiging van onze vrijheid gemaakt. Hoe groot dit probleem inmiddels is, werd onlangs duidelijk toen uitlekte dat de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA een kolossaal afluisterprogramma had opgezet. Dit programma, genaamd Prism, registreerde en screende het internet en telefoonverkeer van bijna een miljard mensen wereldwijd. Een miljard!
Boter
Al snel werd duidelijk dat Europese overheden eveneens boter op het hoofd hadden. Zo bleek dat de Franse veiligheidsdienst DGSE massaal gegevens verzamelde over internet en telefoonverkeer van eigen burgers. Ook de Nederlandse overheid deed mee. Onze veiligheidsdiensten vragen dagelijks gegevens op van alle gebruikers van hostingbedrijven. De directeur van een van die hostingbedrijven, John Knieriem van Intermax, legde in een vraaggesprek met een ochtendblad uit dat de term gegevens heel ruim gedefinieerd mag worden: Ze nemen alles mee op bitniveau, wie met wie e-mailt, wat er in die berichten staat, gewoon alles.
Het mogelijk vinden van sporen van toekomstige terreuraanvallen is op zich een goede rechtvaardiging voor het volgen van de elektronische communicatie van verdachte individuen. Maar bij deze dataverzamelingsoperaties gaat het niet langer om veiligheid. We mogen immers hopen dat de overheid ons niet allemaal als terreurverdachten ziet. Nee, het werkelijke doel is controle of stuurbaarheid. Hoe meer data, hoe beter het schip van staat bestuurd kan worden, zo luidt blijkbaar de gedachte. En dus wordt heel ons elektronische leven mails en tekstberichten, betalingsverkeer, lees- en kijkgedrag door overheden gevolgd, gescand en opgeslagen voor toekomstig gebruik.
Snelkookpan
Omdat ons ongemak vooralsnog beperkt blijft, lijken we er niet wakker van te liggen. We lachen smakelijk om het New Yorkse gezin waarvan afzonderlijke leden de zoektermen snelkookpan, rugzak en Boston intoetsten en dat vervolgens een antiterreureenheid op bezoek kreeg. En we halen onze schouders op over de gigantische omvang van de afluisterprogrammas.
Om met Stalin te spreken: één ten onrechte online gevolgd persoon is een tragedie, een miljard ten onrechte online gevolgde personen zijn een statistiek.
Maar daarom is het nog niet minder onacceptabel. We moeten ons dus bezinnen op manieren om de overheid uit ons dagelijks elektronisch leven te weren. Geen scheiding van kerk en staat, maar van web en staat. Voor onze gewetensvrijheid lijkt die laatste scheiding mij op termijn niet minder fundamenteel. Of vinden we het eigenlijk wel goed dat de overheid onze samenleving heeft veranderd in één grote Truman Show?