Ik kan me er iets bij voorstellen: dat zou immers einde carriere betekenen.
Diederik Samsom zei gisteravond in het televisieprogramma
Eén op één dat hij ook bij de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer graag de lijsttrekker wil zijn van de PvdA. Sterker nog, hij heeft zichzelf dat ten doel gesteld, en geeft hoe dan ook niet op.
Nee, ook niet als de gemeenteraadsverkiezingen van later deze maand en de Europese verkiezingen van over twee maanden een enorme nederlaag opleveren voor de PvdA. Hij zei dat maandag in het tv-programma Eén op één. Hij voegde er aan toe dat in de PvdA de leden uiteindelijk bepalen wie de lijst bij de verkiezingen aanvoert.
Daarbij zei hij ook meteen maar even dat hij ervan uitgaat dat de PvdA in geen van de grote steden verliest. En als dat wel zo is, tsja, jammer dan. Hij blijft hoe dan ook zitten.
Het zijn dappere uitspraken, maar met ze hebben bar weinig te maken met de realiteit. Het ziet er namelijk naar uit dat er weleens een einde kon komen aan de hegemonie van de sociaaldemocraten in Amsterdam.
Zelfs zijn voorgangers zijn er niet in geslaagd om de partij zoveel schade te berokkenen dat die waarschijnlijk de macht verliest in onze hoofdstad. En dat wil heel wat zeggen. De PvdA heeft immers nogal wat slechte leiders gehad de afgelopen jaren.
Hoewel ik eerder schreef dat de gemeenteraadsverkiezingen een theaterstuk pur sang, nee, zelfs een fiasco zijn omdat de landelijke partijtop zich ermee bemoeit, kan Samsom hier natuurlijk niet mee wegkomen. Niemand heeft hem gedwongen om zich met de gemeenteraadsverkiezingen te bemoeien. Hij heeft dat helemaal uit zichzelf gedaan, ongetwijfeld omdat hij ervan uitging dat hij de schade dan nog enigszins kon beperken.
Als dat niet het geval blijkt te zijn moet hij daar consequenties aan verbinden.